De bergen in… Het klinkt spectaculairder dan het is hoor. Ik rij zo ver ik kan met mijn auto. ‘Je kan wel tot aan ‘the farm’, daar kan je haar achterlaten.’ Klinkt goed.Ik heb die route begin dit jaar met een vriendin gewandeld en ik herinner me nog dat er toen een vrachtwagen met veevoeder naar beneden reed. Dus die weg zal zeker te doen zijn voor mijn autootje.
En dan ben je daar, dan zie je die weg. Straat kan je het eigenlijk niet noemen. Een ‘dirtroad’ vol stenen. De ene al wat losser dan de andere. Altijd op het randje van de berg natuurlijk, want zo klimt het gestaag omhoog. In het begin nog heel braaf, maar hoe hoger…
En dan rij ik daar. En ik denk: ‘Waarom wilde ik dit doen?’
En ik kijk naar links en zie het immense waterreservoir alsmaar meer onder me zakken. En ik denk: ‘Niet naar links kijken, Suzanne, kijk gewoon naar de weg!’
En dan lijkt de weg smaller te worden en ik denk ‘Nee serieus! Waarom?!?’
En dan hoor ik een geruststellend stemmetje: ‘Maar kind, als hier een vrachtwagen naar beneden kan, dan kan jouw kleintje hier toch zeker naar boven!’.
Ik overstem mijn bange stukje, die wil afkomen met het feit dat het ondertussen wel een héél natte winter is geweest en dat stukjes van de weg lijken weggespoeld, door te chanten ‘blijven rijden, blijven rijden’. Ik deed dat ook met ‘blijven stappen, blijven stappen’, vroeger wanneer ik tochten deed waar ik dacht uit te schuiven of pardoes naar beneden te vallen. En het helpt, opeens ben ik op een vrij plat stuk, ga ik nog een bocht om, en bereik ik de boerderij. Daar laat ik mijn autootje onder de boom achter.
Dan komt het tweede gedeelte, de wandeltocht. Hiervoor bracht ik een paar essentiële onderdelen mee. Natuurlijk de stapschoenen, dat spreekt voor zich. Maar ik heb ook een soort steunkous. Ik ben misschien wel wat ongeduldig en soms zelfs wat roekeloos, maar ik ben ook niet dom. Dus informeerde ik bij een vriendinnetje die als kinesiste gespecialiseerd is in revalidatie en die me vorige jaar als eens ‘intapete’. Ze stuurde me een videootje door over hoe mijn kuit in te tapen. Maar een drukverband kon ook.
Na het videootje bestudeerd te hebben, beslis ik toch maar voor de andere optie te gaan. Zo’n dingen zien er zooo simpel uit, maar om het dan ook echt te doen?! En zeker bij jezelf… Dus stop ik onderweg bij een apotheker, die me verder helpt en ben ik nu de fiere draagster van een supersexy bruine kuitsok. Het ziet er niet uit, maar ik voel meteen dat de steun welkom is. Want de weg wordt al snel nog steiler. En natuurlijk nog meer losse stenen. Ik kijk even rond en jawel de natuur heeft er voor mij een stevige stok klaargelegd, die me verder gaat ondersteunen.
En dan is het alleen nog maar genieten. Het uitzicht, de stilte, de verrassende inhammetjes met ineens stromend water. Zo fijn om een pad te gaan dat je nog nooit ging. En je weet eigenlijk zelfs niet waar het heen leidt. Je ziet ook niet waar het gaat, want het ligt verborgen tussen bomen en achter bochten. Ik let erop regelmatig te stoppen om wat te drinken en vooral om achteruit te kijken.
En als de weg stopt is er een pad, of een zoeken van steen naar steen. Maar de beloning als ik boven ben is groot. En daar mag ik dan zijn. Gewoon zijn. En ik kom in een magische staat die buiten de tijd zit.
Ik bracht bewust niets mee – ook geen boek, alleen een klein schriftje. Er is geen internet en zelfs geen bereik op mijn iphone. Ik laat hem dus onderaan in mijn rugzak zitten en daag mezelf uit om ook niet te kijken hoe laat het is. De siësta kan dus een half uur geduurd hebben of drie uur. Het staren in de verte, idem.
Wat ik wel meebracht is mijn loepje. Ik heb net leren graveren door de zon te vangen in de loep en zo te branden in een stukje hout. Dus ook dat doe ik. Misschien wel uren. En ik probeer het stokje uit te hollen. Wat helemaal niet snel vooruit gaat.
Weerom besef ik hoe fantastisch het is om iets te doen dat totaal nutteloos is. Ik doe het niet voor iemand, zelfs niet om mooi te zijn, of op te hangen of te gebruiken. Want het is mijn oefenstokje, ik experimenteer met schrijven en tekenen en tekens. Het is gewoon. Zijn.
En zo gaat de dag over in de avond en de avond in de nacht. En de nacht heeft hier heel andere geluiden. En de ochtend weer een ander licht. En de eenvoud van het bestaan laat verschillende keren tranen over mijn wangen lopen. Tranen van vervuld zijn.
Met spijt neem ik afscheid van dit plekje. En mijn tocht naar beneden, in gezelschap van mijn stok, brengt me in schokjes dichter bij ‘het echte leven’ zoals dat heet. En onderweg mijmer ik over zovele dingen die zo vanzelfsprekend lijken. Er ontstaan zovele vraagtekens. De eenvoud van zo’n moment confronteert me met de complexiteit van de wereld maar vooral met de evidentie ervan en hoe het in ons systeem zit. En dan ontstaan existentiële vragen… Maar die parkeer ik even, onder de boom bij de boerderij. En ik laat me de weg naar beneden glijden op de wolkjes van de vrijhoud in mijn hoofd.
Dank je Suzanne voor de weerom prachtige tekst, puur en inspirerend.
Dank om zulke intieme momenten te willen delen. It makes my day!
Fijn, Elke, dank je!
Een filosofisch innerlijk gesprek, midden in de natuur, maakt een leven tot een goed leven en zo kan men zichzelf steeds weer laten lukken…en weer… en weer…
Ja Riet, en soms moet je niet ver stappen om midden in die natuur te staan. Maar vooral de tijd nemen.