Soms, wanneer ik van Agios Prokopios naar Agia Anna rij, zie ik groepjes duikers, volledig uitgerust, de straat oversteken, uit het water komen, of zich in een boot hijsen… Steeds voel ik dan een nieuwsgierig stukje in mij wakker worden. ‘Hoe zou dat zijn?’ En mijn avonturier voelt het dan stevig kriebelen.
Heel wat deelnemers reserveerden voor of na de workshop een duikje of brachten een partner mee die een duikcursus volgde. Niet dat Naxos het grootste duikparadijs is, maar toch.
Dus toen mijn petekindje op bezoek kwam en ik nog op zoek was naar een fijn verjaardagscadeau… Je raad het. Afgelopen week gingen we de duik-uitdaging aan!
Stel je dus voor: een volle vrouw van volle vijftig, samen met een duikende veertiger en twee jeugdige sportieve jongens van 15 en bijna 17… Het clubje wordt aangevuld met nog enkele Franse toeristen. Na een uurtje theorie leggen we met glans een test af en krijgen ons pak.
En daar start het al: welk pak? Ik bedenk dat ik wellicht toch beter mijn eigen wetsuit had meegebracht. Maar daar is het dus nu te laat voor. Het eerste pak voelt bij mijn kuiten al als: ‘daar geraak ik nooit in!’
‘Geen nood, dan geven we een grotere’, zegt Lilly. ‘Die is wel lang, maar komt goed.’
Ik probeer me erin te hijsen. Geen sinecure.
‘Geen nood’, zegt Lilly, ‘we hebben truukjes’. En ze spuit water in de wetsuit, waardoor de stof inderdaad iets beter naar boven schuift.
Ik zit erin. En ondanks dat ik er misschien moeilijk in raakte, is het pak duidelijk te groot. Geen erg, denk ik.
We krijgen allemaal een riem met gewichten om ons beneden te krijgen / houden. Bij mij komen ze extra gewicht in mijn zakken steken. Ik vraag: ‘Ah, dat is omdat ik zwaarder ben?’ De instructeur reageert heel attent: ‘het heeft ook te maken met jouw pak, omdat er best veel luchtbellen in zitten’. Ik heb de ‘ook’ heel duidelijk opgemerkt.
Dan gaan we het water in. We leren bellenblazen. In en uitademen in ons mondstuk. De lucht voelt toch anders. Hij heeft het uitgelegd: het is gedroogde lucht. Ik merk meteen iets in mijn longen.
We dalen af. Eén voor één begeleidt iemand ons naar beneden en daar moeten we in een cirkel blijven ‘hangen’, dicht tegen de grond.
Dan loopt het mis: ik ga terug omhoog.
Geen nood, Lilly is daar met gewichten. Ze steekt er nog eentje extra in mijn pak.
Wanneer we het mondstuk uit onze mond moeten nemen en het er terug in steken, heb ik het gevoel dat ik het water er niet uit krijg. Dus ik ga even naar boven. Ok, het lukt terug. Terug naar beneden, naar mijn plekje. Maar weerom blijf ik niet beneden.
Lilly? Ik krijg een extra gewicht. Als ze me terug naar beneden begeleidt, zie ik dat het vorige gewichtje uit mijn zak is gevallen. Ah, ja, dan kan het niet geholpen hebben!
Ik probeer langzaam uit te ademen. Ook dat helpt om beneden te blijven. Maar het baat niet. Ik voel me naar boven getrokken worden en word onrustig. Ik lijk geen adem te hebben.
Lilly neemt me apart, stelt me gerust. Laat weten dat dat nog wel gebeurt. Dat er mensen zijn die makkelijk drijven (ja, ik!) en dus moeilijker beneden blijven. Ook het gevoel dat ik altijd omkieper, kan ze normaliseren. De extra gewichten en de fles op mijn rug…
Lilly steunt en zwemt wat met me rond om wat tot een rustigere ademhaling te komen. Ik haal al mijn meditatieve skills boven. Ik herinner me mijn hyperventilatie-aanvallen (dertig jaar geleden!) en de oefeningen die ik toen kreeg.
Die herinnering maakt het alleen maar erger.
En dan komen alle stemmetjes in mijn hoofd in actie. Heel uiteenlopend:
Geef het een kans!
Je kan dit!
Je kan toch niet opgeven! Falen staat niet in mijn woordenboek!
Wat gaan de jongens wel niet denken?
Wat gaan de mensen op het strand wel niet denken?
Wat maakt dat uit, die kennen mij toch niet?
Komaan, ga gewoon terug naar beneden!
Waarom zou ik?! Het voelt niet goed!
Ik heb toch niemand iets te bewijzen?!
Als ik nu stop, is dat toch ook een moedige keuze?!
Dus ja, ik kies ervoor om te stoppen.
Ik zou hebben kunnen verder gaan:
Ik ga ervan uit dat ik fysiek in staat ben om te duiken. Misschien had ik nog wat meer dan die 5 extra kilo’s nodig, maar het zou hebben gekund.
En ja, ik denk zelfs dat ik mentaal in staat ben om te duiken; om zo op mezelf in te praten dat ik rustiger ben en langer kan uitademen.
En toch, toch heb ik beslist om niet verder te gaan.
Ik heb beslist om de initiatie vroegtijdig te stoppen. Om alleen af te ronden.
Terwijl ik het vertel aan mijn supporters, kan ik in elke vezel van mijn lijf voelen hoe juist deze beslissing is.
Hoe groot de overwinning is op mezelf: ik heb me toegestaan om te falen.
Of, eigenlijk, is het wel falen?
Ik heb mezelf gegund om het te proberen. En het is ok dat het mijn ding niet is.
Als ik de volgende keer mensen in duikuitrusting de straat zie oversteken, zal ik weten dat ik het geprobeerd heb. Dat het niks voor mij is.
Het is ok dat het niet ok is.
Ik mag stoppen en dat is niet falen. Dat is kiezen.
Dat is durven.
Durven in het proberen en durven in het loslaten.
Dat is wat we eigenlijk te leren hebben in het leven.
Dingen aangaan die we niet kennen,
en tegelijkertijd zacht zijn als dat niet onze weg blijkt te zijn.
En ik ben dankbaar voor deze les.