Ik leer zoveel!

9 augustus 2019 Suzanne Zomer 2019 0

Toen ik vandaag op de fiets zat besefte ik dat ik de laatste dagen heel veel geleerd heb. Dus ik zet het even op een rijtje:

Vaststelling 1

Ik zeg wel eens dat ik een watermens ben. Maar ik leer dit de laatste dagen relativeren. Het gaat duidelijk om meer dan water. Mijn analyse is als volgt.
Water: ja! (Maar! Bruin water in een gracht ‘doesn’t do the trick!’ – there has to be more!)
Water + ruimte: ja ja!  Hoe meer ruimte, hoe beter. Een vijver – een meer – een zee…
Water + ruimte + blauw: ja ja ja! Hoe meer tinten blauw, hoe beter.

Vaststelling 2

Ik voel me behoorlijk vrijer als ik een vervoermiddel ter beschikking heb. Ik ben geen stapper en dat ervaar ik vandaag nog maar eens. Ik huur een fiets en nog geen 100 meter verder, verschijnt er een grote glimlach op mijn gezicht. Ik rij de enige straat die Crisan rijk is af, iedereen groetend met ‘buna ziua’ en iedereen lacht en groet terug. Een oud mannetje duidt met zijn hand dat ik naast hem op het bankje mag komen zitten. Ik dank hem hartelijk.
Ik geniet van de fietstocht. Stop hier en daar voor een fotootje of om even rond te kijken. Ik rij tot ik niet meer verder kan. Ondertussen ‘spot’ ik plekjes waar ik zou kunnen gaan eten.

Vaststelling 3

Geef me een tennisrokje (met zo’n shortje in bevestigd) en een fiets en ik denk terug over mezelf als ‘meisje’. Ik verlies meteen 20 jaar en voel me een jong blaadje. Dus dat oud mannetje zal me wel lusten!

Vaststelling 4

Lokale bevolking is over het algemeen vriendelijker dan toeristen.
Waar ik gisteren weinig contact had met de andere toeristen op de boot, is het contact vandaag net groot. Mensen roepen me dingen toe – ik snap ze natuurlijk niet, maar ik beantwoord ze steevast met een verontschuldigende glimlach.

Wanneer ik ‘s middags in Pensiunea Ovidiu iets ga eten, vraagt de jonge vrouw die daar op haar computer zit te werken, van waar ik kom. ‘’Uit België.’ ‘Ah, en is het je eerste keer in Roemenië?’ ‘Nee, ik was hier al eerder…’ En van het één komt het ander. Ik vertel over het project Joyful Teaching en over Naxos. Zij vertelt dat haar vriend al een paar keer in België was en beloofd heeft haar eens mee te nemen, ‘want het is daar zo mooi’. Maar het is nog niet gelukt.
Na even zit ik bij haar, haar vriend en haar zus aan tafel en praten we uitgebreid over het land, het beleid, het toerisme… Ze vraagt wat ik van het eten vind…
Dedju, wat nu gedaan?! Ik had nog maar net op de fiets bedacht dat ik daarvan iets in mijn blog zou schrijven. Dat ik zo blij ben dat ik niet in Roemenië geboren ben, want dat ik het eten hier niet lekker vind… Kan ik dit zeggen zonder haar/hen te schofferen? Maar ik mag van mening verschillen, dat betekent niet dat ze me niet meer leuk vind! Dus zeg ik voorzichtig: ‘nee, ik eet geen vlees en de vorige jaren in Transylvania was het heel erg op vlees gericht. En de enige vervanging die ze konden bedenken was Mamaliga (Polenta), maar dat lust ik eigenlijk niet graag. Dus nee, als ik héél eerlijk ben, dan ben ik niet zo’n fan van het eten. En nu hier is er wel vis, maar hij smaakt zo naar… vis…’ Ze licht me toe dat ik zeker geen gegrilde vis moet nemen hier, maar met een saus (en geeft me een paar belangrijke namen mee) of gepaneerd. En ze is enthousiast over Icre…
Even later is ze opeens verdwenen. En ja, je raadt het. Ze komt terug met een bordje met viseitjes van karper, ui en een mandje brood. Ik moet het proeven. En het is lekker! ‘Zo’, zegt ze, ‘dan is er toch iets van Roemenië dat je graag eet!’
En als ik vertel dat ik morgen naar Enisala moet en dat ik nog niet weet hoe ik er raak, want dat het Roemeense transportstelsel niet zo doorzichtig is, doet ze wat opzoekwerk, belt ze met het hotel, legt uit waar het trein/busstation is én schrijft een briefje ‘Goeie dag, ik moet naar Babadag of Enisala, kan je me helpen welke bus ik moet nemen?’ (in het Roemeens natuurlijk).  Dan moet ik dat gewoon tonen. Het ontroert me, zoveel hulp en liefde…

Opgeladen rij ik verder en vind een plekje waar ik me helemaal alleen op de wereld waan.

Vastelling 5

De zon schijnt anders in Roemenië dan in Naxos. Hier kan ik de zon veel moeilijker pakken in mijn loep en tot het brandpunt brengen…

Vaststelling 6

Het was een zéér fijne dag met als kers op de taart een praatje met een Antwerps koppeltje met twee leuke kinderen Sam en Zen én een ongeplande facetime met mijn zus en mijn mama.

Vaststelling 7

Ik ben best gelukkig en daar ben ik zo dankbaar voor!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *