Wanneer een vriendinnetje op het eiland in de penarie zit, dan ben je er. Vriendschap op een eiland heeft een speciale kleur. Het is alsof je hier veel meer op elkaar aangewezen bent dan bijvoorbeeld in België. Ten eerste hebben de meesten onder ons daar hun familie om hen heen of vrienden die al sinds mensenheugenis meegaan. Maar daarnaast is er ook een uitgebreid aanbod aan betaalde ondersteuning voor handen. En voor veel mensen is hier geen van beiden.
Dus als ik hoor dat mijn vriendinnetje L een lelijke val heeft gemaakt en naar Athene moest gebracht worden voor een operatie, wil ik snel ter hulp schieten. Maar ik ben zelf aan het werk, dus kan niet zoveel doen. Ik neem wel contact, maar enkele familieleden, die toevallig hier op vakantie waren, blijken wat langer te kunnen blijven, dus ze is omringd.
Sinds dit weekend is ze alleen. Ze verblijft nu in een hotel, bij haar om de hoek. Haar eigen huis is niet echt geschikt voor haar fysieke toestand op dit moment. Bovendien is er in zo’n hotel 24 op 24h iemand aanwezig en dus oproepbaar… Geeft wel een veilig gevoel.

Dus na mijn administratieve taken en mijn inkopen, ga ik op bezoek. Ik neem een fles Ouzo mee en ze zegt meteen: ‘Jij kent me!’. Ja, als we iets gaan eten, nemen we altijd een flesje Plomari, ons beider favoriete Ouzo en dat kunnen we met twee met gemak aan! We zitten samen op het terras. Ik zeg haar dat ze gerechtigd is het F-woord vandaag 20 keer te gebruiken. Ik heb het niet bijgehouden, maar we zullen wellicht in de buurt hebben gezeten. Het is een prachtig hotel, met een indrukwekkend uitzicht op natuurlijk een paradijselijk eiland. Maar als je daar de hele tijd in je stoel moet zitten, terwijl je gewend bent om hard te werken en dagelijks ook een uurtje te zwemmen, voelt dat niet als een grote luxe.

We praten wat over hoe het is kunnen gebeuren, wat de betekenis zou kunnen zijn (ja, zij doet daar ook aan ;-)) en hoe het is om hulp te vragen. Ik vertel haar mijn eigen ervaringen naar aanleiding van mijn spierscheur en dat is natuurlijk niets in vergelijking met haar situatie nu: ze kan niet met de auto rijden, schrijven, haar aankleden, douchen… Ze moet een dokter zoeken op het eiland voor de opvolging van haar situatie. Ze organiseert normaal de verhuur van een aantal eigendommen van mensen, dus nu moet ze mensen inschakelen om de gasten op te wachten en naar hun villa te brengen. Het is natuurlijk tegen betaling. Bij een aantal andere mensen of instanties die hulp bieden, kan ze het ontvangen, wetende dat zij ook voor hen in het verleden al voor behoorlijk wat omzet heeft gezorgd. Maar het is moeilijk, want ze wil niet… En ze zoekt naar het juiste woord. Maar ik vul al aan: ‘in schuld staan’. ‘Awel ja!’ Zo herkenbaar! Ik ben ook zo opgevoed: je trekt je eigen plan. En als mensen je iets geven, geef je het dubbel en dik terug. Dat ze zeker niet (achter uw rug) kunnen zeggen… ‘Die profiteert nogal eens!’ Maar ik vul het ook aan met ‘wat je geeft, krijg je terug he!’

Tot twee keer toe verontschuldigt ze zich voor zogenaamd zelfmedelijden. Ik herkader het: het is heel menselijk om op zo’n moment, zeker als je geïmmobiliseerd bent, het erg te vinden voor jezelf. En dat ze recht heeft op zelfmedelijden. Minstens 10 minuten per dag. Dat is een homeopatische dosis is gezond!

We maken nog een afspraak, dat ik haar ergens heen breng overmorgen en dat ik wat kleren leen die ze wel zou kunnen aantrekken met één arm.

Bij het afscheid geef ik een onhandige knuffel, die blijkbaar pijn doet. Sorry sorry sorry! Ik voel me een beetje verveeld dat ik er niet eerder was.  Maar ik ben blij dat ik nu iets voor haar kan betekenen.
Mijn eilandvriendinnetje, het doet me pijn haar zo kwetsbaar te zien. En dan besef ik dat vriendschappen niet alleen diep kunnen gaan als ze al lang duren…

Het is bijna tien uur als ik terug in mijn appartement binnen stap. Ik heb net zitten schilderen in de studio. Zo heerlijk. Alle materiaal om me heen. Niet moeten opruimen als ik het voor bekeken hou. Wat een lux

Het is fijn om daar te staan, met de zonsondergang voor me. Mijn buurman – tijdelijke buurman, want het appartementje naast
me wordt verhuurd aan toeristen, maar dit is een fijne kiter die er 14 dagen zit – zegt, met iets van bewondering in zijn stem, ‘Ah you are painting!’ als hij zijn kamer verlaat. Dat is iets dat ze hier niet meteen verwachten. Je gaat kiten, of surfen of zwemmen of het eiland verkennen. Maar schilderen?!

Jawel, dat is het voordeel van hier lange tijd te zijn. Soms –als er veel wind is? – heb ik gewoon zin om te schilderen (die zin bouwt zich meestal enkele dagen op) en, net omwille van de tijd, dan ga ik ervoor.

 

Het was een dag van verrassingen. Ik had een heel plan in mijn hoofd: ik zou naar de ‘Brico alias Korres’ gaan voor een aantal spullen en mijn waterrekening gaan betalen op het gemeentehuis, geld afhalen om Antonio te betalen, langs de groenteboer… Allez, een ganse lijst van dingen die ik in de stad zou gaan doen. En natuurlijk een koffietje drinken. Maar net wanneer ik klaar sta om te vertrekken – na een rustige ochtend, met al wat administratie in mijn bed 😉 krijg ik telefoon: Efi: ‘Are you around? I’m in Medusa!’. Heerlijk! Ik laat alles vallen, spring op de fiets naar het Medusa en hang lekker met haar in de bar.

Ze vertelt dat ze naar de stad moest, om één en ander te regelen. Maar ze stond op het kruispunt en wist: als ik naar rechts rij, rij ik naar de stad en dan zit ik mijn dagelijkse routine. Als ik naar links rij, rij ik richting Plaka en dan is er rust. Ze reeds naar links. Zonder plan. Ze reed en alles was te druk. Dus reed ze tot ze niet verder kon, wandelde van daaruit nog een kwartiertje verder en kwam uit in de bar, waar ze wist dat ik dichtbij was. Dus belde ze me. En jawel, een kwartiertje later vergezelde ik haar. Het is een heerlijke ochtend. Met Efi is het altijd op ’t gemak.

En daardoor verandert heel mijn dag. Zo gaat dat: als je een planning hebt en het eerste stukje van het plan verandert, dreigt alles te veranderen. En het werkwoord dreigt, klinkt hier wat negatief. Maar dat is het helemaal niet. Nee, dat is het leven dat ik verkies: ik heb een plan, maar als er zich een fijne gelegenheid voordoet, dan geven we die voorrang en zullen we wel zien wat er met het plan gebeurt. Vandaag heb ik het plan dus netjes opgeborgen. Ik kon nog wel wat eten in de diepvries vinden. Ik mocht een lekker siësta nemen en daarna wat schilderen. Ik kon een uur aan de telefoon hangen met mijn wijs vriendinnetje en dan verder schilderen.

Een heerlijke onverwachte dag. Maar ik zou geld geven om zo mijn dagen door te brengen: afgestemd op wat er zich aandient. Vooral in connectie met mensen die ik graag zie en met mezelf. Life is beautiful!

De bergen in… Het klinkt spectaculairder dan het is hoor. Ik rij zo ver ik kan met mijn auto. ‘Je kan wel tot aan ‘the farm’, daar kan je haar achterlaten.’ Klinkt goed.Ik heb die route begin dit jaar met een vriendin gewandeld en ik herinner me nog dat er toen een vrachtwagen met veevoeder naar beneden reed. Dus die weg zal zeker te doen zijn voor mijn autootje.

En dan ben je daar, dan zie je die weg. Straat kan je het eigenlijk niet noemen. Een ‘dirtroad’ vol stenen. De ene al wat losser dan de andere. Altijd op het randje van de berg natuurlijk, want zo klimt het gestaag omhoog. In het begin nog heel braaf, maar hoe hoger…
En dan rij ik daar. En ik denk: ‘Waarom wilde ik dit doen?’
En ik kijk naar links en zie het immense waterreservoir alsmaar meer onder me zakken. En ik denk: ‘Niet naar links kijken, Suzanne, kijk gewoon naar de weg!’
En dan lijkt de weg smaller te worden en ik denk ‘Nee serieus! Waarom?!?’
En dan hoor ik een geruststellend stemmetje: ‘Maar kind, als hier een vrachtwagen naar beneden kan, dan kan jouw kleintje hier toch zeker naar boven!’.
Ik overstem mijn bange stukje, die wil afkomen met het feit dat het ondertussen wel een héél natte winter is geweest en dat stukjes van de weg lijken weggespoeld, door te chanten ‘blijven rijden, blijven rijden’. Ik deed dat ook met ‘blijven stappen, blijven stappen’, vroeger wanneer ik tochten deed waar ik dacht uit te schuiven of pardoes naar beneden te vallen. En het helpt, opeens ben ik op een vrij plat stuk, ga ik nog een bocht om, en bereik ik de boerderij. Daar laat ik mijn autootje onder de boom achter.

Dan komt het tweede gedeelte, de wandeltocht. Hiervoor bracht ik een paar essentiële onderdelen mee. Natuurlijk de stapschoenen, dat spreekt voor zich. Maar ik heb ook een soort steunkous. Ik ben misschien wel wat ongeduldig en soms zelfs wat roekeloos, maar ik ben ook niet dom. Dus informeerde ik bij een vriendinnetje die als kinesiste gespecialiseerd is in revalidatie en die me vorige jaar als eens ‘intapete’. Ze stuurde me een videootje door over hoe mijn kuit in te tapen. Maar een drukverband kon ook.
Na het videootje bestudeerd te hebben, beslis ik toch maar voor de andere optie te gaan. Zo’n dingen zien er zooo simpel uit, maar om het dan ook echt te doen?! En zeker bij jezelf… Dus stop ik onderweg bij een apotheker, die me verder helpt en ben ik nu de fiere draagster van een supersexy bruine kuitsok. Het ziet er niet uit, maar ik voel meteen dat de steun welkom is. Want de weg wordt al snel nog steiler. En natuurlijk nog meer losse stenen. Ik kijk even rond en jawel de natuur heeft er voor mij een stevige stok klaargelegd, die me verder gaat ondersteunen.

En dan is het alleen nog maar genieten. Het uitzicht, de stilte, de verrassende inhammetjes met ineens stromend water. Zo fijn om een pad te gaan dat je nog nooit ging. En je weet eigenlijk zelfs niet waar het heen leidt. Je ziet ook niet waar het gaat, want het ligt verborgen tussen bomen en achter bochten. Ik let erop regelmatig te stoppen om wat te drinken en vooral om achteruit te kijken.

En als de weg stopt is er een pad, of een zoeken van steen naar steen. Maar de beloning als ik boven ben is groot. En daar mag ik dan zijn. Gewoon zijn. En ik kom in een magische staat die buiten de tijd zit.
Ik bracht bewust niets mee – ook geen boek, alleen een klein schriftje. Er is geen internet en zelfs geen bereik op mijn iphone. Ik laat hem dus onderaan in mijn rugzak zitten en daag mezelf uit om ook niet te kijken hoe laat het is. De siësta kan dus een half uur geduurd hebben of drie uur. Het staren in de verte, idem.
Wat ik wel meebracht is mijn loepje. Ik heb net leren graveren door de zon te vangen in de loep en zo te branden in een stukje hout. Dus ook dat doe ik. Misschien wel uren. En ik probeer het stokje uit te hollen. Wat helemaal niet snel vooruit gaat.

Weerom besef ik hoe fantastisch het is om iets te doen dat totaal nutteloos is.  Ik doe het niet voor iemand, zelfs niet om mooi te zijn, of op te hangen of te gebruiken. Want het is mijn oefenstokje, ik experimenteer met schrijven en tekenen en tekens. Het is gewoon. Zijn.
En zo gaat de dag over in de avond en de avond in de nacht. En de nacht heeft hier heel andere geluiden. En de ochtend weer een ander licht. En de eenvoud van het bestaan laat verschillende keren tranen over mijn wangen lopen. Tranen van vervuld zijn.

Met spijt neem ik afscheid van dit plekje. En mijn tocht naar beneden, in gezelschap van mijn stok, brengt me in schokjes dichter bij ‘het echte leven’ zoals dat heet. En onderweg mijmer ik over zovele dingen die zo vanzelfsprekend lijken. Er ontstaan zovele vraagtekens. De eenvoud van zo’n moment confronteert me met de complexiteit van de wereld maar vooral met de evidentie ervan en hoe het in ons systeem zit. En dan ontstaan existentiële vragen… Maar die parkeer ik even, onder de boom bij de boerderij. En ik laat me de weg naar beneden glijden op de wolkjes van de vrijhoud in mijn hoofd.

De tweede workshopweek van de zomer is achter de rug. De tweede keer dat Eye to I doorging. Met twee deelnemers deze keer. Dus kunnen we het even goed twee keer vieren…
Gisteren waren we al ‘met de groep’ gaan eten. Maar daarstraks, toen ik in Earthbar een koffietje ging drinken en met Eva aan de praat raakte, kwam van het een het ander en dus belanden we toch terug samen op restaurant. En ik merk hoe het toch nog net ietsje anders is, zo na de cursus. Leuk.

Ik krijg zo ook op een heel informele manier feedback. Grappig, hoe positief ze zijn over de ‘groepsgrootte’. Ze kunnen zich niet voorstellen hoe het moet gaat als je met zes bent… ‘Dan kan je toch niet voldoende aandacht geven aan iedereen?’ Of ‘kom je dan wel tot voldoende diepgang?’ En ik die schrik had dat ze het een te klein groepje gingen vinden!
Fijn om te horen dat ze het leuk vonden dat ik zo ‘dichtbij’ sta, op gelijke hoogte. Dat ik ook iets van mijn binnenkant laat zien. Dat dat erg helpt bij het vertrouwen.
Leuk dat mijn begeleidingsstijl zo geapprecieerd wordt.

Het doet zo deugd.

Ik krijg weer een cadeautje en ook dat is een bijzonder verhaal.
Bij het begin van de week, geef ik een kaart van het eiland en licht ik een en ander toe. Ik geef dan ook altijd een visitekaartje van Efi haar winkeltje. Efi is een lieve vriendin en ik benoem dat ook zo: zij heeft een leuk winkeltje en ik wil haar graag steunen, dus geef ik dit kaartje. Voel je zeker tot niets verplicht maar moest je er iets kopen, zij geeft zeker een korting als je zegt dat je via mij komt!
Dinsdag gaan Eva en Kyra samen op uitstap. Ze komen ergens een mooi houten ei tegen en (gezien het een betekenis kreeg via de kaarten), kopen het voor me. Ze willen dan ook nog een mooi kommetje om het ei een nest te geven. Dus lopen ze door de stad en opeens zien ze een prachtig kommetje: een heel natuurlijke vorm en mooi blauwe glazuur binnenin, langs buiten eerder ruw. Dit is wat ze zoeken! Ze lopen het winkeltje binnen en waar zijn ze terecht gekomen? Jawel, in de winkel van Efi. Zomaar, toevallig!

Geweldig toch!

Het is echt een dag dat ik me verwend voel. Verwend door complimenten en cadeautjes – ook uit onverwachte hoek. Verwend door het leven.
Zeker als mensen me nog wat persoonlijke vragen stellen, word ik me weer maar eens bewust hoeveel chance ik heb. Ja, natuurlijk, ik heb er ook hard voor gewerkt. Maar hoe hard ik mijn dromen heb kunnen waarmaken, dat heeft geen naam. Als ik vannacht zou doodgaan, weet dan dat ik écht gelukkig was.

Maar met een beetje chance word ik morgen toch maar lekker wakker, want er staat me een fijn weekendje  te wachten. Ik ga twee dagen de bergen in (Allez, als mijn kuit het trekt! Indien niet, dan lees je me morgen wel weer ;-)).

De scheppende kracht is de vonk die alles en iedereen doet bewegen. Dit is een tijd vol inspiratie en energie. Het is vergelijkbaar met de creatieve kracht die optreedt als sperma het eitje binnengaat en er nieuw leven ontstaat. Nu geeft u zichzelf en anderen de impuls die leidt tot belangrijke resultaten en die innerlijke groei en uiterlijk succes mogelijk maakt.’ Dat is het begin van de uitleg van de I Tjing-kaart die ik vandaag trek. Kaart nummer 1. Ik ben er zo blij mee.

‘Weer een ei’ zegt K. Ja, dat is zo magisch. Als je in zo’n week kaarten trekt, zie je vaak een bepaald thema terugkomen. Ik herinner me in een vorige groep nog iemand bij wie alles paars en/of ballon was. Zo’n uiteenlopende kaarten, die ik gebruik, maar thema’s komen vaak terug. En deze keer is het voor mij enerzijds het ei, anderzijds de koningin.
Die koningin kwam eigenlijk doordat ik tot een kroontje was gekomen en ik had het over een prinses. En toen stelde E de vraag waarom we het zo vaak hebben over een prinses, maar niet over een koningin? Zouden we niet de koninginne-kroon willen? En warempel, de volgende kaart die ik trok, daar ging het over de koningin-positie opnemen… Dus ik ben een koningin met een ei.

Ik voel het ook helemaal. Ik ben aan het broeden. Enerzijds op professioneel vlak: Voor morgen heb ik een nieuwe oefening bedacht. Voor de volgende groep moet ik nog een aantal ideeën verder uitwerken. Maar ook voor mijn nieuw project voor volgende zomer (ja, dat is curieus maken he ;-)) moet er nog wat denk- en creatie-werk gebeuren.

Maar ik ben ook op persoonlijk vlak nieuwe dingen aan het ervaren. En dat is best spannend maar ook bevrijdend. Soms heb je jaren last van iets en merk je plots dat het verdwenen is. Als van vandaag op morgen. Maar eigenlijk weet je wel dat je daar jaren aan gewerkt hebt.

Maar als iets er niet meer is, heb je dat niet direct door. Dat is een beetje zoals pijn. Vanmorgen deed mijn elleboog terug pijn. Nu heb ik al een klein jaar een tenniselleboog (terwijl ik nog nooit getennist heb, maar ook van suppen kan je dus een tenniselleboog krijgen) en eigenlijk ben ik al gewend om ‘s morgens pijn te hebben. Maar de laatste dagen – dankzij mijn kuit, is mijn verdenking – had ik geen pijn. Toch heb ik dat niet opgemerkt. Het was pas vandaag, dat ik bedacht dat het er de voorbije dagen niet was… het deed me bij deze ook meteen bedenken dat mijn kuit dan wel een pak beter moest zijn. (Totdat ik mijn was ophang en met uitrek om aan die hogere waslijn te raken… Sindsdien is mijn elleboog weer op de achtergrond 😉 )

Maar dus ik ben aan het broeden, wat zeg ik, sommige eitjes zijn al uitgekomen. Maar de kuikens verstoppen zich misschien nog een beetje onder moeders vleugels. Alles op zijn tijd he 😉

Maar ik geniet van die creatieve kracht en ik hoop dat ze nog lang mag stromen. Ik ben al benieuwd voor mijn kaart van morgen!

Het is volle maan vandaag.  Sommige mensen zeggen dat je dat voelt. Ik merk het ook. Hier veel meer dan in België eigenlijk. Dat heeft te maken met de afstemming op het weer hier. Omdat het zoveel bepaalt: of je kan gaan suppen, of je best op je ene of andere terras zit, of je je moet insmeren tegen de muggen, of er vliegen zijn (dat is allemaal afhankelijk van de wind!).
Mede daardoor kijk ik hier ook veel meer naar de wolken. Als die er al zijn. Maar ik moet zeggen, de laatste week waren er wel wat. Dat zijn dan niet zo’n wolken als in België, maar toch, de hemel is niet staalblauw. Maar soms is dat wel fijn, omdat de wolken ook informatie geven over de wind en (doordat een vriend me tegenwoordig hierover veel uitleg geeft) ook over de wat je mag verwachten voor de volgende dagen.

Maar dus de maan: ik merk ze hier meer op. En vandaag is ze vol. Dat betekent dat ik hier een maand ben. Want mijn eerste avond ging ik naar de Full Moon Party in Yazoo. Een maand die een week lijk aan de ene kant en een eeuwigheid aan de ander. Het confronteert me met de relativiteit van tijd. Dat ken ik altijd wel hoor, zeker als ik in ‘de flow’ zit. Maar hier zijn Chronos en Kairos explicieter aanwezig.

Ze zijn je wellicht bekend, deze begrippen, maar voor alle zekerheid: het zijn figuren uit de Griekse Mythologie en Chronos die staat voor het lineaire, het meetbare. De klok als het ware. We komen tijd te kort, moeten hem goed gebruiken want hij tikt maar door.
Kairos daarentegen is de jongste zoon van Zeus en hij vertegenwoordigt de innerlijke tijdsbeleving. De tijd die genomen wordt en stil lijkt te staan door helemaal op te gaan in concentratie en aandacht

Hier op het eiland zwaait Kairos de plak. Ik merk het ook tijdens de sessies. Die reacties: ‘Oh, is het al één uur? ‘We laten de kloktijd hier ook een beetje losser. Als de gasten vijf minuten later arriveren, wijs ik niet terecht of ben ik niet ambetant. Ik heb het dan meestal zelfs niet opgemerkt. Maar ook als het wat uitloopt,… We checken altijd even af, voelen – klopt het nog? – en eerder op die basis, dan op basis van de tijd, wordt de sessie afgerond.

En het is heerlijk om op de Kairostijd te leven. Dat houdt voor mij ook bijvoorbeeld in dat ik eet als ik daar zin in heb of als mijn lichaam laat weten dat het energie nodig heeft, dat het wil bijtanken. Ik eet niet omdat het één uur is, of middagpauze… En ik besef natuurlijk ook dat, in de maatschappij zoals die op dit moment is ingericht in België, we niet anders kunnen dan Cronos vooraan op onze bus te laten meerijden. Maar toch wens ik iedereen ‘de Kairos’ toe. Af en toe die verloren tijd. Bijvoorbeeld door naar buiten te gaan en naar de maan te staren en op een bepaald moment te voelen dat je stram bent van te lang in dezelfde houding te staan en te merken dat de maan al een pakje is opgeschoven. Dan is ‘de Kairos’ wellicht in de buurt. Awel, ik hoop dat je er net zo van kan genieten als ik!

Vandaag een korte update:

Thema Spierscheur

Pijn:  een 9 in activiteit, een 3 in rust.
Gekocht: kruk.
Gebeld: zus, om te vragen hoe ik een kruk moet gebruiken.
Kleur: zwart (ik kon niet kiezen).
Prijs: de volle 12,50 euro!

Thema diefstal

FIndmyiphone: alles nog steeds offline.
Gekocht: Nokia 130.
Reden: om toch ook mijn Grieks nummer te kunnen gebruiken.
Kleur: ik koos voor rood, niet wetende dat het fluo-oranje is. Maar ik zal hem dus makkelijk vinden in mijn handtas;-)
Prijs: de volle 23 Euro!

Thema Eye to I

Dagthema: wees je eigen kom.
Gekocht: extra klei en zakdoekjes.
Reden: je mag nooit zonder zakdoekjes komen te zitten!
Kleur: wit.
Prijs: de volle 1,25 per pak/doos.

Thema spiritualiteit

Dagthema: aanvaard je beperkingen.
Gevraagd: hulp.
Reden: twee bidons van 5 liter water twee etages omhoog dragen terwijl je op je teen de trap op springt, is onbegonnen werk.
Boodschap aan de kosmos: Ik heb het gesnapt! Ik kan me gelukkig en blij voelen ondanks problemen en beperkingen. Ik ga niet in vraag stellen of ik wel gelukkig mag zijn. Dus dank om te checken en dubbel-checken. Message clear!
Prijs: héél veel mildheid.

Conclusie

Algemene inschatting: de volle 9.
Reden: ik geniet van mijn geluk en het besef ervan.
Dankbaarheid: 100%

Vanavond is Eye to I gestart. Het was fijn. We zijn maar met z’n drieën. Eva, Kyra en ik. En toch blijf ik het een groepje noemen. Een klein groepje weliswaar.

Het is een heel gedoe in mijn hoofd: dat kleine groepje. Want in hoeverre maak je dat kenbaar? Het klinkt zo hip om te zeggen dat je groepen allemaal vol zitten. Dan ben je succesvol. Dan kijken mensen naar je op. Dan word je bewonderd…
En natuurlijk heb ik een ijdel kantje, dat dat wel leuk zou vinden: succesvol zijn en opkijken en zo.
Maar er is ook een ander stukje (misschien ook wel een ijdel kantje eigenlijk) dat daar wat op neer kijkt. Het wil eerder bewonderd worden voor haar moed. Niet voor het resultaat. Dus maakt niet uit hoeveel mensen erbij zijn!

Een bezorgd stukje wil aanvullen:‘Het is ook niet alleen maar goed, als het vol zit. Vol zitten, doet niet per definitie uitspraak over de kwaliteit.’
Maar dan reageert mijn innerlijke promogirl: ‘Soms wel natuurlijk. Trouwens, het gaat er vaak niet om hoe het juist zit (wat de exacte waarheid is), veel mensen geloven liever wat hen wordt voor geschoteld . En als zij redeneren ‘Amaai, dat zit al vol, dus het zal  wel goed zijn.’, dan gaan ze al vroeger reserveren. Zo raakt het vroeger vol en dat geeft weer een goed beeld. Zo verhoogt de kans dat het ook de volgende keer weer vol zit…

Het is dus tegenaangewezen om iets te vertellen over het niet vol zitten… Laat staan dat je zegt dat het maar een groepje van twee mensen is! Schandalig! (Dat laatste was een lekkere toevoeging van de innerlijke criticu. Die houdt ervan om kritische opmerkingen van andere stukjes nog eens te onderstrepen en ‘schandalig!’ is daar een supergoeie uitdrukking voor.

Maar dus, ben je daar open over? Over die twee?

Mijn innerlijke boekhouder vindt dat ook maar niks natuurlijk. Die ziet de relatieve kost ook stijgen, waardoor het inkomen exponentieel omlaag gaat. En dan schiet zijn rekenmachine in gang – en die stond al op door de diefstal – en dan ziet die me al in de goot terecht komen. Gelukkig ben ik ondertussen goed bevriend geraakt met mijn boekhouder en als hij in zo’n bui is, kan ik tegenwoordig al met mildheid naar hem kijken en glimlachen. Ik weet dat hij het goed bedoelt.

Maar moet je dat vermelden? Of moet je daar gewoon, zonder te liegen, niets van neerschrijven of uitspreken? Moet ik de foto’s zo kiezen dat het niet opvalt?
Ik blijf het een moeilijke vinden. Want echtheid en authenticiteit, is iets dat zodanig tot mijn ‘core’ behoort, dat ik het bijna onverantwoord vind indien ik er dan ik er niet eerlijk over zou zijn.
Met het risico dat er ander soort mensen dat niet als eerlijkheid ziet, maar als onkunde…

Mijn eerlijkheidsstrijdertje staat op de barricade, maar mijn relativeerder duidt ook op enkele manieren om veel te zeggen zonder veel te zeggen.

Een groepje met twee dus, maar we gaan erin vliegen. En ik ga alles geven . Dat doe ik sowieso. Ook al is het deze keer op één been!

Dat je me gisteren niet hoorde, was niet omdat het niet goed ging. Integendeel eigenlijk, we kwamen gewoon veel te laat thuis. Ik ben superblij met de veerkracht die ik ervaar. Het was heel goed om onmiddellijk gewoon een nieuwe telefoon te kopen. En om hulp te vragen.
Het gevolg was een superfijne dag gisteren. Ik werd onverwacht gevraagd voor een uitstapje naar een heel speciale plek. En net voor we vertrokken belde Eva me dat ze mij nieuwe simkaart had opgehaald bij Telenet. Dat was meteen een opluchting.

Ik kan dus optimaal genieten van de Oostkust, van de bochten en draaien, van de verschillende perspectieven, van telkens nieuwe ‘waauw’-momenten, ook al ben ik er al meer dan eens geweest. En dan stappen we uit op een plek, die ik me herinner van de allereerste keer dat ik op dit eiland was. Een kleine dertig jaar geleden. De toren is ondertussen al een pak verder afgebrokkeld. Maar deze keer gaan we niet alleen tot de toren, maar verder naar beneden. En daar is een prachtige bron. Natuurlijk inclusief kerkje en platanen. Maar ook met een heel speciale boom. Een heel bijzondere ervaring.
Een plek die een beetje heilig voelt. Ik voel een aantal keer de verleiding om foto’s te nemen. Want dat doen we toch, als vanzelf, tegenwoordig. Maar deze keer doe ik het héél bewust niet. Daarentegen neem ik ontelbare foto’s in mijn hoofd. Met mijn hart, met al mijn vezels.

We laten ons leiden door wat er is. Zijn we moe, dan leggen we ons even neer en slapen we. Zijn we terug energiek, dan rijden we verder en gaan we zwemmen in een prachtige baai. En tenslotte gaan we via een klein pad naar een authentiek restaurantje in een vallei.

Ik weet niet meer wat de aanleiding was, maar op een bepaald moment komt de opmerking: ‘Ja, het was nogal een week voor je he.’ Ik kijk even en zwijg. En pas dan: ‘Ah ja, de diefstal.’ Het lijkt al een beetje vergeten.
Ik heb dus nogal wat veerkracht, bedenk ik vandaag.

Of toch niet? Want net op het moment dat ik huppelend (van geluk) naar de auto terugkeer, voel ik iets knappen in mijn kuit. Dr. Google vertelt me later dat het een ‘zweepslag’ is, een kleine spierscheur. Niet dus.

Ik bedenk nog even wat ik hier nu van moet leren? Maar volgens mijn wijs vriendinnetje is het vooral de boodschap om gewoon te weten: ‘shit happens’. (Ik kreeg gisteren nog van iemand een gelijkaardig bericht dat helemaal binnen kwam.) Je moet niet van elke ervaring iets leren. En wat ik vooral niet mag denken is: ‘ik mag precies niet gelukkig zijn’. Want dat ben ik wel. Zelfs met gestolen telefoons en met geknapte kuitspieren. Ik voel dat ik juist zit, op mijn pad. Maar dat je dat precies beter kan voelen als je de twijfel ook helemaal kan toelaten als die toeslaat. Helemaal toelaat en het even niet meer weet, mag niet meer weten. Want het is in dat moment van aanvaarding dat de nieuwe antwoorden komen. Alijd.

Dus ja, veerkrachtig ben ik , maar niet overal 😉

 

 

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Voer hieronder je wachtwoord in om het te bekijken: