Hoe een mens zo ineens overvallen kan worden door eenzaamheid. Zo bijzonder.

Het was een heel fijne dag: ik was vroeg opgestaan om al te gaan suppen, gezien er geen wind was. Heerlijk: normaal vaart de Blue Star voorbij, terwijl ik in bed lig en dan weet ik: ‘Nu is het tijd om op te staan!’ Nu vaart hij aan mijn zijde 😉 (wel héél ver van mij vandaan hoor, maar het klinkt wel goed he).
Dus ik ben al een beetje fier op mezelf wanneer ik mijn ontbijt neem om half tien. Dan ga ik naar de stad want ik moet langs de boekhouder voor mijn belastingsaangifte (die dus nul is, maar kom, het moet wel in orde gebracht worden). Ik loop door de hoofdstraat, Papavasiliou, kom Filis tegen en we praten wat door zijn open raampje (hij is vergeten het onderdeel voor mijn auto te bestellen) en ik klop op de deur net voor hij weg rijdt. Het geeft me een warm gevoel, want het voelt zo écht Grieks 😉 Andere mensen wachten hier, terwijl je aan het praten bent. Heerlijk toch!

Ik loop nog langs wat bekenden en ga voor een koffietje naar Gemma.  En natuurlijk even langs Efi, maar ze is er niet. Olga, de vriendin die haar komt helpen nodigt me uit om straks naar Plaka te komen. Ze gaat daar zijn met wat vrienden en vraagt of ik geen zin heb om aan te sluiten.

Onderweg naar huis vraag ik me af of ik niet met de sup naar Plaka kan. Als ik om vier uur vertrek, moet ik er om vijf zeker zijn! Maar dan belt er een vriendinnetje in nood en is het bijna vijf uur voor ik vertrek naar het strand. Ik ben voorzien en stap met een waterdicht zakje met wat geld en mijn gsm en een doek rond mijn middel, op de sup. Maar al snel is duidelijk: er is veel tegenstroming, zo ga ik er niet snel raken. Ik vaar dus terug naar het strand, neem mijn mountainbike en wandel langs het strand tot waar ik terug kan rijden. Zo kom ik rond half zes bij Pakafé aan en vind, tusen de strandstoelen Olga met Anna, een Deense dame die zichzelf aan het vinden is hier;-)

Na een tijdje zie ik enkele mensen op de sup en heb ik het gevoel dat de wind nog wat gaan liggen is; Ik krijg het grandioze (?!) idee dat ik terug naar huis kan en alsnog met de sup terugkomen. Zo gezegd, zo gedaan, ik spring op de fiets, haast me naar huis, spring op mijn sup en peddel richting Plaka. Nog niet halfweg vraag ik me al af waarom ik toch op zulke ideeën kom. Maar ik zet door. Er zijn immers mensen die me verwachten… De momenten dat het moeilijk is, tel ik hardop: vier langs links en dan zes langs rechts (want de stroming zit erg langs één kant). Soms concentreer ik me op het eindpunt in de verte, dan weer op tussenpunten omdat dat eindpunt maar niet dichterbij lijkt te komen. Om je een idee te geven: te voet doe ik over een stranwandeling naar Plakafé ongeveer 45 minuten… Dus ik een kilometer of 4? Wellicht niet indrukwekkend, maar met deze stroming toch best pittig.

Het is ongeveer acht uur wanneer ik arriveer. 35 minuten heb ik erover gedaan! Wanneer ik aan wal kom, zijn Olga of Anna niet te zien. Een andere vriendin met wie ik kennis maakte, vertelt me dat ze net zich omkleden zijn om te vertrekken. Ik loop even naar Plakafé, aan het zwembad en daar tref ik ze nog net. Ze zijn klaar om op de bus te stappen. Amaai, het is je gelukt, zeggen ze nog, maar ze moeten door.Ik loop terug naar het strand, bestel een ouzo – want die heb ik wel verdiend denk ik  – en zet me even op een strandbed, die er ondertussen voor het grootste deel verlaten bijstaan. En dan overvalt het me: een gevoel van eenzaamheid. Zo gelukkig dat ik vorig jaar was, toen ik het tot hier gehaald had (Want dat was toen mijn droom geweest – zie blog van november 2018.), zoveel verdriet lijkt er nu ineens tevoorschijn te komen. Terwijl ik de zon zie zakken en de kleuren veranderen, rollen de tranen over mijn wangen.

 Ik bedenk wie ik zou kunnen bellen, maar de ene vriendin is nu niet bereikbaar, de andere heeft teveel aan haar hoofd. Nog iemand anders kent het hier niet, dus kan het niet echt begrijpen. En anderen nemen de telefoon niet op.

Ik laat mijn ouzo half staan en zet me op mijn board om de terugrit aan te vangen. Die is wel makkelijker, omdat dat met de stroming mee is. Op het moment dat ik daar vaar, is het de eigenlijke zonsonderang, dus ik heb een stevig vermoeden dat ik op best wat foto’s  zal staan vandaag. 😉

Het gaat me wat beter, door me zo één te voelen met het water. Maar dan komt er toch nog het ‘ik ben zo eenzaam-stemmetje’ dat zich dan persé moet afvragen wie het zou opmerken, moest ik hier nu terplekke doodgaan. Want ondertussen valt de schemering en ik bevind me best ver op zee. In de verte zie ik Benoit wel met de Catamaran, dus een ander stemmetje denkt dat die dat wel zou opmerken. Maar ze dringt aan: ‘Ja, wie zou het merken, morgen, dat je er niet meer zou zijn?’ En ja, dat is waar wellicht. Maar wat moet ik daarmee?

Als ik thuiskom maak ik het receptje dat Sara en Ingrid hebben achtergelaten voor me.  Pink Salmon Pasta. Het voelt als een kadootje en daardoor voel ik me wat minder alleen. Als ik uiteindelijk met Sara wat aan de whatsapp hang, rollen er terug tranen. ‘Ik ben gelukkig hoor’, zeg ik tussendoor.

Ja, ik ben gelukkig en voel me best prima alleen. Maar soms, heel soms, zijn er zo van die momenten dat je zou willen dat iemand je ‘ziet’. En als dat er dan niet is, kan het je zomaar overvallen. En dus laat ik ze maar rollen, die tranen. Want dat advies geef ik anderen ook altijd: ‘Laat het maar stromen!’ En trouwens,voor de rest ben ik best gelukkig hoor 😉

Als ik al ontspannen was, dan ben ik het nu in het kwadraat. En dat dankzij de magische handen van Michail. Hij is een Grieks massagewonder, woont in Athene maar vertoeft tijdens de zomer op het eiland om de gestreste toerist te redden.

Ik leerde hem twee jaar geleden kennen via Kristel. Zij was toen hier met haar drie kinderen en het ging haar niet zo goed. Ze had allerlei fysische klachten die dreigden haar vakantie danig om zeep te helpen. Maar de mensen van Medusa, waar ze verbleef, gaven haar Michails folder. En hij verrichte wonderen. Kristel voelde zich een stuk beter – niet alleen door de massage, hij gaf ook Reiki en heel wat wijze woorden. Ze hielden contact en toen ze in september terugkeerde om de groep te volgen, was zij een wandelende reclame. Dat moest ik dus ook maar eens uitproberen. En het was meer dan waar.

Ook vorig jaar was ze er en werkte haar positieve commentaar voor andere deelnemers: bijna alle anderen lieten zich ook onder handen nemen. Bij mij was het er vorig jaar niet van gekomen. Onvoorstelbaar, achteraf bekeken. De toestand waarin ik toen vertoefde schreeuwde eigenlijk voor totale ontspanning en overgave. Wellicht was net daardoor de drempel te hoog. Maar dit jaar had ik het mezelf plechtig beloofd: ‘ Je laat je aan het begin van de vakantie eens duchtig verwennen!’

Michail biedt verschillende soorten massages en Reiki aan, maar als ik er voor ga, ga ik er voor: the full package van 2 uur. Hij is eigenlijk best grappig: staat aan de deur met zijn tafel en een grote tas. Hij neemt de tijd om zich te installeren: de tafel, muziek, een kaarsje…Dan doet hij zijn werkgordel om: het lijkt op die van een ruitenwasser alleen heeft hij geen Dreft, spons of aftrekker, maar busjes olie en massageattributen. Er ligt zelf een deegrol op de tafel. En dan begint hij.

De eerste vijf minuten ben ik nog aanwezig in mij hoofd, denk ik aan de onafgewerkte facturen – want ik was niet rond geraakt – en vraag ik me af hoe je dat doet: je hoofd afzetten. Maar op een of andere manier gebeurt het gewoon. Geen gedachten. Alleen maar lichaam en hier-en-nu.

Het doet met momenten best wel pijn hoor. Hij lijkt je lichaam al snel te lezen en duwt dan op plekken waarvan je niet wist dat er iets aan de hand was. Maar daardoor lijken er anderen spieren te ontspannen. Als mijn nek gespannen aanvoelt, heb ik de neiging om in die specifieke spieren te knijpen. Hij doet dat niet, nee hij duwt een eindje verderop. Maar achteraf voel je wel het verschil.

Soms zijn er seconden dat ik me afvraag wat hij aan het doen is, want hij lijkt soms overal tegelijk. Alsof hij tegelijkertijd mijn hoofd en voeten aanraakt en ertussen ook nog eens kracht zet. Maar naast de attributen zet hij ook alles van zichzelf in: armen, ellebogen en af en toe misschien zelfs een knie. Soms neemt hij me in een greep waarvan ik niet wist dat ik me zo kon bewegen (want hij beoefent ook Thaise massage) en daarna is het weer de zachtheid zelve.
En ik kan je verzekeren dat twee uur dan om is voor ik het weet. Ik keek stiekem zelfs even op de klok: zo laat kan het toch nog niet zijn!

Hij is ondertussen ook bezig met klankschalen, specifiek afgestemd op de chacra’s (als je daar al in gelooft natuurlijk). Ik overweeg om hem te vragen voor een klankbad voor mijn volgend groepje. Eens kijken wat het effect is.
En misschien, als ik zuinig leef, kan ik me aan het einde van de zomer nog eens een verwennerij veroorloven. Wie weet. Maar nu geniet ik gewoon na. Ik voel de tintelingen in mijn hele lijf. En ook zijn woorden ‘you have good vibration, Suzanne!’ tintelen nog na. Ontspanning in ’t kwadraat ;-).

Als ik een misstap bega, iets uit het oog verlies of een belofte niet nakom en ik word daarop aangesproken, dan kan ik daar dagen niet goed van zijn. Ik vraag me af of dat betekent dat ik niet goed tegen kritiek kan? Niet dat ik dan in de verdediging schiet of zo. Nee, ik heb meteen – wat betreft de mail die nu aanleiding is van de onrust – schuldbewust gereageerd. Erkenning gegeven voor het ongemak dat ik heb veroorzaakt en mijn excuses aangeboden. Maar voor mijn schuldbewust subje is dat niet voldoende. Nee, die moet dat nog een keer of zeven herkauwen, op mijn kop slaan en in overdrive schieten.
‘Zou je niet nog een extra mail sturen? Misschien nog wat bijkomende uitleg geven hoe het komt. Nog eens benadrukken dat je beseft dat je daarmee onrecht hebt gedaan aan de behoefte van de overkant…’
Ik doe het niet. Niet omdat ik het de ander niet zou gunnen, maar omdat ik denk dat ik dat dan vooral zou doen opdat die overkant zou zeggen: ‘Het is ok!’ En dan is het eigenlijk toch maar weer een egoïstisch iets. Als die ‘Het is ok!’ zou komen, zou mijn schuldgevoel kunnen gaan liggen, maar is het daarom voor de ander beter?

Dat is wellicht wat ik te leren heb: mezelf te aanvaarden met mijn onvolmaaktheden. Zelf kunnen zeggen ‘Ik ben ok, ook al laat ik steken vallen, stel ik soms mensen teleur.’ Het betekent niet dat ik dat meer zal gaan doen, maar wellicht wel dat ik daardoor niet zo in overdrive schiet.

Want dat gebeurde vandaag wel. Een dag dat ik niet buiten kwam, maar binnen aan mijn computer me ontfermde over ‘achterstallige mails’. Want ik ben me niet altijd bewust van het effect van een niet beantwoorde mail. Voor mij is het één van de zovelen. Voor die ander is het misschien iets dat haar of hem dagelijks bezig houdt. Misschien is het wel van het gehalte dat je elke dag je mail opendoet om te kijken of er dat antwoord is. En dan is het er wéér niet.

Ik ben blij dat ik ondertussen die automatische beantwoording heb ingesteld, om te waarschuwen dat het wat langer kan duren. Maar er liggen er nog wel enkele van voor die tijd, te wachten. Dus ben ik erin gevlogen.

Alleen… Ik heb een heel associatieve geest. Dus dan beantwoord ik X en dan denk ik, ‘Ah ja, Y heeft ook zoiets gevraagd. Maar daarvoor moet ik even iets nakijken in dropbox. Nu ik hier toch ben, moet ik dan misschien meteen even het verslag lezen van de vergadering die ik gemist heb. Oh ja, daar spreken ze over de planning. Neem dan maar meteen even je agenda erbij. Nu je die toch vast hebt, kijk dan even of je nu al een oplossing hebt voor die lesverplaatsing, want P heeft geantwoord dat zij niet kon, dus je moet nog een andere oplossing bedenken. Misschien even laten weten aan K en vragen wat hij ervan denkt…’  Geeft het al een beeld?
En dan ben je pas 40 minuten later aan die volgende mail…
Dus nee, ik ben er nog niet.

Ik neem me voor om dagelijks mezelf te verplichten twee uur aan mijn computer door te brengen. Voor de mensen die denken dat ik hier niks te doen heb: NOT!
Maar ok, ik heb een mooi uitzicht terwijl ik werk ;-).

En ‘savonds vaak ook nog een leuke afspraak. Zoals vanavond met Michelle. Vanmorgen even bellen en vanavond op restaurant. Zo gaat dat hier. Geen ‘de agenda er even bij nemen’ van beide kanten om te kijken wanneer we een afspraakje kunnen vastleggen. Nee, het is meer een leven ‘dag per dag’.
Heb je nu zin? Ja! Ok dan!

En dan is het echt gezellig en praten we over duizend dingen. Op die lekker associatieve manier. En zo komen we ook bij mijn blog. Hoeveel mensen het zoal lezen? Geen flauw idee! Misschien moet ik eens vragen aan mijn webmaster of ik dat kan zien. Maar wil ik dat dan? Is dat mijn doel? Veel lezers?
‘Maar wat is het doel van je blog?’ Een goeie vraag! Daar had ik misschien wel kunnen over nadenken voor ik erin vloog. ‘Is het om reclame te maken?’ Nee, eigenlijk niet. Ik weet het niet. Ik geniet ervan om te schrijven. Het daagt me uit. Het laat me stilstaan bij de dingen…

Best confronterend eigenlijk, dat ik daar geen antwoord op heb. Ik denk dat ik zo wel meer dingen doe. Zonder vooropgesteld doel. Gewoon omdat het goed voelt. En nu ik er zo over nadenk, vind ik dat best ok. Iets doen omdat je het leuk vindt, wat kan daar nu fout aan zijn? En niemand is verplicht om het te lezen. Ik weet dat het gelezen wordt, door de fijne reacties. En ik denk dat ik nog het meest geniet van de blijken van herkenning. Het geeft mij het gevoel dat ik niet alleen sta met sommige hersenkronkels. En misschien betekent het dat ook voor sommige anderen. En als van elke blog één enkel mens een goed gevoel krijgt, of een inzicht, of een glimlach, ja, dan is het meer dan de moeite waard.
Dus dank je, Michelle, voor de fijne avond en voor de vraag. Het maakt dat ik toch weer wat gelukkiger kan gaan slapen dan dat ik vanmorgen opstond. Vol schuldgevoel voor die gevallen steek.

Na een gezapige zaterdag, een lazy Sunday… Als dat geen weekend is!

Vandaag is mijn metekindje jarig en dan is het zo fijn dat er iets bestaat als videobellen. Niets leukers dan die snoet te zien terwijl hij vertelt over zijn cadeautjes. Hij heeft de step gekregen die hij zo graag wou. Hij had het me uitgebreid verteld op ons pre-verjaardags-shopdagje voor mijn vertrek: hij wilde zo graag een nieuwe step. Maar dat kost veel geld. Dus ging hij aan verschillende mensen centen vragen. Maar met een beetje chance zouden zijn ouders er wel voor zorgen dat ze er zou zijn op zijn verjaardag! En zo was het dus.
‘Het is een rode, Suzanne, met zwart en rode banden!’
Hij zal me straks een foto sturen, als ze aan zee zijn aangekomen en als hij kunstjes kan doen. Want met zijn oude step kon hij bepaalde dingen, die hij in principe al kan, niet uitvoeren.
Daarnaast – en dan gaat de camera de kamer rond – kreeg hij boeken en strips!
‘En, Suzanne, een sweater van Champion!!!’ En hij toont fier zijn borst waarop de letters prijken.
‘En – terwijl hij de sweater omhoog trekt – een t-shirt van Vans!’
Hij is ‘into’ dingen met een merknaam op, momenteel.

Dat was ook het doel van onze shopdag geweest.

Het werd een dag met hindernissen. We hebben immers op een zondag afgesproken en dan zijn de winkels niet open. Dus rijden we naar Breda, want daar is het koopzondag. Echter, wanneer we in Breda arriveren blijken alle winkels gesloten. Pinksteren… Dedju! Terwijl we iets gaan eten op een terras, bel ik naar de Bijenkorf in Eindhoven. Zijn mama had gezegd dat ze daar zijn zo begeerde merken verkochten. Ja, die was open. Dus terug de auto in en naar Eindhoven. Daar blijkt er inderdaad één winkelcentrum open, inclusief de Bijenkorf. De rest van de stad ligt er verlaten bij.

Zoals het echte shoppers betaamd, gaan we eerst ‘spotten’, zien wat er in de aanbieding is. Dan verkennen we de buurt en onderzoeken andere mogelijkheden, om dan, na een ijsje op een bankje, terug te keren naar het heiligdom van de kinderkledingmerken. Champion is er spijtig genoeg niet bij. Daar hebben ze alleen spullen van voor volwassenen. En die pet is écht te groot!

Dan komt het moeilijkste onderdeel kiezen. Hij heeft zelf een budget mee, eigen gespaarde centjes, die hij voor vertrek nog eens heeft nageteld en hij krijgt natuurlijk ook nog iets van mij. Maar zo’n keuze is moeilijk! Dat is zo’n moment dat ik blij ben dat ik meter ben: ik ben hier alleen met eam en kan hem alle tijd van de wereld geven. Ik kan meevoelen met de pijn van ‘maar als ik dat t-shirt neem, dan kan ik dié trui niet kopen!’ Ik kan ze laten bestaan in haar omvang van wereldprobleem. Een uiteindelijk kunnen we toch met een fijne buit naar huis.

En ja, het is een heel eind terug. De gemiddelde klimaatgevoelige lezer zal wellicht meewarig het hoofd schudden over zo’n decadente milieubelasting, maar ik geniet van onze rit terwijl hij honderduit vertelt over zijn vrienden, zijn drummen en dansen, zijn broers, zijn zomerplannen…
Een dag exclusieve aandacht.

En gaat het daarom niet in het leven? Liefdevolle aandacht. Nee, ik ben geen kindermens en ‘ravotten met de jongens’ is aan mij niet besteed. Maar ik kan geven waar ik goed in ben: liefdevolle aandacht, een luisterend oor en 100% interesse. Ik hoop dat ik op die manier mijn meterschap eer aan doe en dat hij kan voelen dat hij in mijn hart zit. Ook al ben ik vaak in afstand ver verwijderd.

Ik stel me voor dat hij op dit moment al kunstjes aan het uithalen is aan de Belgische kust. En ik weet dat hij van dezelfde zon geniet als degene die ik hier, op Naxos, stevig voel schijnen. En het vult mijn hart met liefde. Gelukkige verjaardag Sep!

Het is zaterdag, alhoewel dat hier in Naxos niet veel verschil lijkt te maken. De mensen zijn hier voornamelijk op vakantie en dan is het elke dag vrij natuurlijk. Maar als je hier wat langer leeft, zoals ik, dan maakt het toch wel verschil. Bovendien heb ik gisteren de groep afgerond, dus ik beslis vanmorgen, wanneer ik wakker word, dat ik me niet direct onder de levenden dien te begeven. Ik neem een koffietje mee in bed en kijk naar de zee. Dan voel ik me terug moe worden en soes ik nog even verder. Ik pruts wat in hus, doe de afwas van gisteren, verwerk het overgebleven fruit tot een echte fruitsla die ik met (Griekse hihi) yoghurt opeet, achteraan in het zonnetje op de bank, uit de wind. Nog een telefoontje plegen… En net wanneer ik denk: ‘Suzanne: doe nu eens iets nuttig! Je moet dringend een aantal mails beantwoorden!’ komt mijn mail binnen en lees ik zoals elke dag de ‘Dagelijkse gedachte’.

Deze keer is ie van Bill Watterson, die stelt ‘Een weekend is pas een weekend als je hem compleet nutteloos doorbrengt.’. Is dat koren op de molen van het luie stukje in mij!
‘Zie je wel! Je moet helemaal niks!’.
‘Ja, een aantal mails zouden wellicht nog kunnen wachten… Maar sommigen zijn eigenlijk al lang aan het wachten… Vanavond misschien?’
‘Als ik het doe mét goesting, gaat het altijd veel makkelijker?!’
‘Ja, maar soms krijg je ook goesting als je bezig bent!’

Ik bedenk dat ik dan misschien maar beter gewoon al mijn blogje kan schrijven. Want zo’n discussie is onbegonnen werk. Wie heeft er gelijk? Naar wie moet ik luisteren? En als ik nu mijn blogje schrijf, is er vanavond op z’n minst dat excuus niet meer 😉

En ik weet toch al waar ik het over wil hebben. Over dat verhaaltje in het boek, dat ik kreeg van mijn deelnemers.
‘Of, misschien moet ik dat bewaren voor mijn volgende nieuwsbrief?’
‘Ja, eigenlijk is het nu ook wel een goed moment voor een nieuwsbrief, zo net na de groep. Als er dan nog last-minuters zijn, voor juli, kan het nog.’
‘Ah, dan moet ik dat vanavond maar doen.’
‘Ja maar die mails dan?!’

En dan is het tijd om te vertrekken. Mijn deelnemers terug naar de boot brengen… Sorry mails! 😉

Ps, toch nog even: als er bloglezers zijn die op een antwoord van mij aan het wachten zijn: ik beloof oprecht dat ik de volgende week mijn mailbox écht onder handen neem! 😉

Ken je dat? Een project waarin je je volledig geeft en dan, als de laatste uren voorbij zijn, als het einde gevierd is en de mensen vertrekken met alles wat ze hebben opgestoken, blijf je achter met zo’n onbestemd gevoel?
Het is geen ‘Oef het is voorbij!’, want daarvoor was het veel te fijn. Dat zou de indruk geven dat ik het niet graag deed en ik heb genoten van elk moment.
Het is ook geen ‘Oei wat nu?’ want dan zou het lijken dat ik geen leven heb naast mijn werk en ik kan me best wel wat activiteiten voor de geest halen waar ik me de volgende weken mee kan zoet houden ;-).
Het is geen ‘Ik ben leeg!’, want dan zou je denken dat de deelnemers me hebben leeggezogen, terwijl ze me juist zo veel hebben gegeven.
Het is ook nog geen ‘Lekker nagenieten!’ want daarvoor is het nog te vers.
Het is een mengeling van opluchting omdat het zo goed is meegevallen, bevrediging eigenlijk en rouw.

Rouw!? Jawel, het is een abrupt stopzetten van een (weliswaar professionele) relatie. En het is onvoorstelbaar hoe mijn gasten tijdens die week in mijn hart kruipen. Hoe oprecht en onvoorwaardelijk ik ze graag zie. Tijdens zo’n week heb ik dan ook het privilege om mensen op korte tijd écht te mogen zien. Met hun pretlichtjes én angsten, met hun prinsessen en demonen, met hun blijdschap en verdriet, hun liefde en kwaadheid, hun glorie en kwetsuur. Ik heb het voorrecht om de mensen te leren kennen voorbij de maskers. Dat leidt tot een intens proces en dan is dat opeens voorbij. Dan is het tijd voor afscheid. Loslaten. Vertrouwen dat de zaadjes die zijn geplant, verder zullen groeien in België, in het dagdagelijkse leven van deze mensen. Mensen stappen het vliegtuig op of varen af naar het vaste land.

En hier blijf ik dan achter. Als een moeder die haar kinderen het nest uit weet. Het fijne is wel dat heel wat mensen af en toe nog even terugkoppelen hoe het gaat, of laten weten dat ze zus of zo hebben gehandeld, naar aanleiding van het proces dat ze hier hebben ervaren. Alsof ze een foto sturen van de plantjes die zijn beginnen groeien. En dat doet zo’n deugd. Maar op het moment van afscheid en loslaten, maakt dat geen verschil.

En het is goed zo, het is ook lang genoeg. Vaak spreken mensen uit dat het te snel voorbij is, dat het langer mocht duren. Maar het is altijd goed om te stoppen als het nog fijn is. Stoppen met goesting is een goed teken (tenzij we uit het bed praten ;-)).

Dus hier zit ik dan, een beetje moe maar voldaan, zoals dat heet. Moe want het was een korte nacht. Dat had je al wel vermoed, gezien er gisteren geen verhaal was.Na een pittige sessie aan de rotsen van Alyko gingen we samen eten. De schotels die op tafel kwamen zagen er zo goed uit en we hadden zo’n zin, dat alles op was alvorens we eraan dachten om een foto te maken 😉 Gelukkig zijn het mooie bordjes, dus ook leeg geeft het nog een fijn zicht. Daarna zakken we af naar Yazoo waar ze een Nomad-night hebben aangekondigd. Het is er inderdaad mooi versierd en er loopt iemand rond die met witte en zware schmink iedereen die dat wenst omtovert. Er wordt zelfs gedanst!

Wanneer we om 1u30 naar huis (of hotel;-)) terugkeren, wordt er, met unanimiteit van stemmen, beslist om een half uur later te starten vandaag.

En dus vandaag, de afsluitende sessie. Een laatste keer starten met kaarten. De laatste keer gaan kijken naar die zelfjes die van zich willen laten horen of die vormgegeven willen worden. Een laatste terugblik en afscheid mét bubbels.

De workshopruimte is één grote rommel. Maar dat mag even zo blijven. Ik leg een paar dingen aan de kant, maar laat het grootste deel onaangeroerd. Dat is voor morgen. Of overmorgen. Ik voel het wel als ik er klaar voor ben. Nu mag de energie er nog even blijven. Zoals een moeder ook graag nog even de kamer van de uitgevlogen kinderen onaangeroerd laat. Ik kan nog terugkeren. En onder de stoelen liggen nog dingetjes die achterbleven: een bloemetje, een haar, een steentje… Dingen die moeten opgeruimd worden. Weggeveegd of opgeborgen. Maar nog even. Nog even mag het gewoon ‘nest’ blijven.

Ons mama zei dat vroeger wel eens (met enige boosheid in haar stem): ‘Dat is hier nogal ne nest!’. Ik besef dat dat dialect is en misschien ken je die uitdrukking niet – ze duidde op ‘onordelijkheid’ – maar op dit moment krijgt deze uitdrukking zoveel meer betekenis.

Een onbestemd gevoel dus. En een nest. En uitgevlogen kuikens. Letterlijk.

 

Het leven kan zo vol verrassingen zitten. Vandaag was daar weer een toppertje in! De dag start nochtans met heel gewone dingen: de afvoer ontstoppen, de was doen, poetsen en de werkruimte weer op orde brengen. Even naar de stad voor nog wat inkopen voor de groep… En daar was de eerste verrassing: ik loop Michèle tegen het lijf. We hadden elkaar al virtueel gesproken maar nog niet in het echt. Grappig, want ik weet dat ze mijn blog volgt (ik moet dus zien wat ik schrijf ;-)). Grappig omdat je dan eigenlijk een aantal dingen niet meer hoeft te vertellen, die weet ze al.

Als ik het nu zo schrijf, besef ik dat het ook wel een beetje naakt voelt, zo’n dagelijkse blog. Alsof ik me uitkleed. Mensen kunnen als het ware in mijn hoofd kijken. (Ook al kies ik daar duidelijk voor natuurlijk.) Daarstraks, bij het begin van de sessie voelde ik het ook. Eén van de deelnemers had mijn blog gelezen en wist dus dat ik met de tongue drum zou beginnen. Maar ze wist dus meteen ook dat ik dat spannend vond 😉 Geen erg hoor, maar het maakt me duidelijk hoe vaak we eigenlijk niet weten hoe iets binnenin is voor een ander en door mijn gedachtenspinsels zo de vrije loop te laten, toon ik het wel. Maar goed, terug naar mijn verrassingen.

Ik kom dus Michèle tegen en ze vertelt me dat ze zondag misschien een uitstapje gaan doen. Naar Panormos en dan de boot op naar de Rina caves… Of ik misschien mee wil? Natuurlijk! Ik zeg altijd ja 😉 Dus wie weet!

Dan beslis ik naar Plaka te rijden, mezelf op een ijsje te trakteren en een koffie bij Cedar. Maar daar aangekomen blijkt de Waffelhouse nog gesloten. Geen ijsje dus. Dan maar een koffie. Maar ik lijk wel onzichtbaar voor de ober. En terwijl ik zit te wachten tot hij me opmerkt krijg ik telefoon. Eén van de deelnemers die al enkele dagen met een fysiek probleem worstelt, meldt me dat het erger is geworden en dat we dus misschien toch best naar de spoed gaan, zoals gisteren de kiné naar wie ik haar verwezen had, ook al had geadviseerd. Dus ook geen koffie, maar de auto in naar Medusa om de meisjes te gaan ophalen.
We spenderen onze namiddag dus in de wachtkamer van de Naxiaanse spoeddienst. Ook een belevenis op zich! We zien er uiteenlopende personages passeren: de jammerende vrouw (niet duidelijk of ze echt pijn heeft dan wel of het een tactiek is om sneller geholpen te worden); het koppeltje dat op brancard wordt binnengebracht na een ongeval met brommer. Het lijkt erg, maar gelukkig zien we ze enkele uren later ook ontslagen worden; de bezorgde man met huilende vrouw, die telkens opnieuw naar binnen gaat (waar je niet veronderstelt te komen) omdat zijn vrouw het niet meer houdt; de oudere dame met dikke muggenbeten (de interpretatie van een leek) die resoluut terug naar huis wordt gestuurd met de mededeling dat ze morgen maar eens moet terug komen, dat er teveel volk is. Dan nog een grietje die gisteren gevallen is en haar vrienden hadden haar proberen redden door haar bij de arm te nemen, maar nu lijkt haar schouder wel uit de kom, want ze krijgt haar arm niet meer omhoog (ik vermoed stiekem dat ze gisteren wellicht te dronken was om de pijn te voelen;-)). En tenslotte – en ik moet toegeven, die kreeg het meeste van onze aandacht – een knappe Duitser die mooi Engels sprak en er nog mooier uit zag. Duidelijk een surfongelukje, wat werd bevestigd. Want natuurlijk raakten we net met die laatste in gesprek 😉 K en ik doopten hem Hugo omdat dat op zijn riem stond. Alhoewel het ook zou kunnen dat dat gewoon een riem van Hugo Boss was. Maar nu heeft de man van onze dromen vannacht tenminste een naam!

Als P eindelijk binnen is, gaan K en ik aan de overkant dan toch nog dat koffietje drinken. We bellen de anderen dat de avondsessie een half uurtje verlaat wordt, in de hoop dat alles dan achter de rug is. Maar nee, ze werken degelijk (of gewoon traag;-)). Uiteindelijk komt K met gemengd nieuws en een taxi wat later terug.

De avondsessie wordt een stevige en verrassende avond, inclusief roepende, dansende en springende madammen op het strand.

Boeiend hoe het leven op die manier het proces dat we in deze week aangaan, verder stuwt. Want natuurlijk komt eenieder met zo’n gebeurtenis ook haar eigen stukjes tegen. Een bus vol (voor de niet-Voice-Dialogue-kenners: we gebruiken de metafoor van een bus waarin de verschillende onderdeeltjes van onze persoonlijkheid zitten). Kunnen we meteen verder mee aan de slag.

Een dag vol verrassingen dus. Maar uiteindelijk komt natuurlijk alles goed 😉

Starten met yoga, een mens zou het elke dag moeten doen. Toch zeker zo’n zachte, liefdevolle yoga als die van Loriën. Dan mag ik zelf ook gewoon meegenieten. De eerste keren zat ik dan bezorgd uit mijn ooghoeken te kijken of het wel ok was voor mijn gasten. Maar dat kan ik nu beter loslaten. Ik mag erop vertrouwen dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid neemt en niet doet wat ze niet kan of wil. Dat is fijn om te voelen. Mijn eigen zorgertje die meer gepast kan zorgen. Een goed voorbeeld misschien, want dat was de focus van vandaag: oog voor de zorgertjes in ons. En dat die er zijn, daar kan je van op aan. Het is tenslotte de groep Soulcare for Caretakers. 😉

Het werd weer een fijne dag. Ik grapte op een bepaald moment dat ik eigenlijk graag zelf mijn groep zou komen volgen. Een beetje arrogant om dat te zeggen misschien, maar het is echt zo. Of misschien is dat ook heel normaal. Tenslotte biedt een mens toch aan waar ie zelf in gelooft. Nee, niet iedereen doet dat. Ik doe dat. Omdat ik graag leef vanuit de gedachte ‘walk your talk’ of ‘practice what you preach’. Het is een keuze. Maar een keuze waar ik echt voor ga en dus is het voor mij dan ook heel normaal om zelf graag de groep te komen volgen.

Teruggekeerd van de stad en wat opgeruimd, laat ik me dan ook verleiden om ook zelf even een subpersoontje gestalte te geven. Dat is een onderdeel van de week. Ik installeer me op de grond en geef mijn ‘wereldliefde’ vorm. En dan mijn ‘slachtoffer’ – de parels in de pijn – en mijn ‘bubbels en bruis’, maar ook mijn ‘vierkante’ zelf en mijn ‘portemoneebewaker’… Ik kan me voorstellen dat een aantal mensen nu hun wenkbrauwen zullen optrekken, maar je hoeft het niet te begrijpen hoor. Die opsomming dient er vooral toe om te laten weten dat ik dus vijf minuten later opkijk en we zijn twee uur verder. De zonsondergang gemist. Maar zo in het hier-en-nu geweest!

En het hier-en-nu bevalt me wel. Dus neem ik mijn tongue drum maak ik nog wat muziek. Of ik breng klanken voort, zo je wil. En ook dat is een heel meditatief iets. Op die manier heb ik mijn eigen stukje workshop, na de groep.

Zo blij met mijn nieuw speeltje trouwens. Kort voor mijn vertrek ga ik met Katy, bij wijze van afscheid, in de stad lunchen. We lopen nog even langs de winkelstraat. Ik zie ze staan in de etalage. Zo mooi, een diep appelblauwzeegroen/petrol-kleur. We lopen binnen en ik vraag of ik ze even mag proberen. Ik ben meteen verkocht. Katy vraagt of ze enthousiast moet reageren dan wel me behoeden een impulsaankoop te doen. Gelukkig ziet ze in mijn ogen dat het de eerste optie is. Dus staat mijn drum hier nu te schitteren.

Morgen ga ik ze bespelen bij de opstart. Ik ga dat gewoon durven. Ik neem mijn dames even mee op een klankreis… Spannend, want dat heb ik nog nooit gedaan. Maar het lijkt me een leuk experiment. En ook dat hoort bij de groep: experimenteren. Trouwens als ik zeg ‘practice what you preach’ moet ik misschien ook preachen wat ik practice 😉

Ik ben moe vanavond. Misschien moet ik er maar eentje overslaan en vroeg naar bed gaan? Want ik sta ook vroeger op nu de groep loopt natuurlijk. En zoveel overschot aan energie heb ik precies nog niet.

Ik geniet er wel van, van de groep. Zo moeilijk te beschrijven, maar door kleine dingen aan te bieden, kan er zoveel ontstaan. Het is leuk én vermoeiend. Ook al lijkt het alsof ik niet veel doe, wanneer ik zo’n groep begeleid. Maar op één of andere manier ben ik steeds alert. Ik probeer te zien, voelen en horen wat mensen nodig hebben. Want ik wil het natuurlijk wel goed doen, ik wil een bijzonder ervaring creëren.

Daarstraks hooorde ik mezelf beweren dat ik tegenwoordig ga voor ‘voldoende goed’. Dat moet ik morgen maar even rechtzetten, bedenk ik me nu. Ik ga het herformuleren naar ‘ik ga voldoende voor voldoende goed en soms ga ik toch lekker voor die 100%’. En ja, dan ben ik moe. Maar dat heb ik er meer dan voor over!

Dus écht een kortje deze keer. Maar dat is voldoende goed, niet?!

 

 

Het is precies het jaar van ‘de eerste keren’. Want ook vandaag had ik weer een nieuwe ervaring!

Het was algemeen een spannende dag. De laaste voorbereidingen. Twee gasten afhalen van de boot en beseffen dat het precies al hoogseizoen is – zo druk! (Ja, ik lijk wel een ‘local’ die klaagt over ‘teveel toeristen’). Nog één en ander wijzigen, checken, dubbelchecken
… En dan met vlinders in de buik aan de groep starten. Emotioneel worden als ik de eerste gasten mijn plekje toon – ik ben hier zo fier op en het is dan zo fijn als mensen enthousiast reageren! En als ook de volgende mensen arriveren, kunnen we eraan beginnen. Het stroomt van de eerste minuut. Heerlijk toch!
De uren vliegen voorbij. Ik informeer de mensen over de volgende dagen: morgen gaan we al aan zee werken, want ze voorspellen een warme dag zonder wind. De dagen nadien zou de wind terug opsteken, dus lijkt morgen me perfect om er een stranddagje van te maken.

Als de mensen weg zijn en alles is afgewassen, opgeruimd en klaar gezet voor morgen, mijmer ik even na op mijn terras. Ik kijk naar zee, ik volg de zon terwijl ze wegzakt achter de bergen van Paros. En dan besef ik dat de zee zo rustig is… Eigenlijk ideaal om te suppen… Maar zo laat nog? Waarom niet?

Ik spring in mijn bikini, op mijn fiets en draag mijn SUP het strand op. En ja, daar sta ik dan: heerlijk zachte deining. Ik peddel een eindje richting Medusa, Kiki roept me toe en ik wuif. Grappig, als ik bedenk dat ik dat vorig jaar deze tijd helemaal niet kon: wuiven vanop mijn SUP zonder eraf te vallen en nu lijkt het een fluitje van een cent ;-). Na een poosje installeer ik me in kleermakerszit op mijn board en mediteer wat  -met gesloten ogen natuurlijk. Het is echt wel een bijzondere ervaring om op je plank zo te zitten deinen. Wanneer ik terug op deze wereld kom, lijkt het al te beginnen schemeren. Ik peddel naar de kant en neem nog een duik in het water (lekker naakt, er is toch niemand te zien!). Het wegbergen van de SUP is al wat moeilijker, want ondertussen is het toch echt al wel donker geworden en de maan laat zich nog niet zien. Ik ploeter met mijn mountainbike door het versgeploegd land, met mijn peddel in mijn linkerhand en bedenk dat ik volgende keer toch maar mijn fietslampjes moet meenemen, want het is natuurlijk niet ver, maar het pad is nu eenmaal niet echt geschikt om in het donker te berijden.

Maar dus het was heerlijk om de avond tegemoet te peddelen. Heb ik toch maar weer een nieuwe ervaring. Eentje die voor herhaling vatbaar is!