I couldn’t. I just couldn’t remove the appointment in my digital diary: ’14h: pick up Carine and Jo – bring them to Medusa’. Even their flight had unintentionally gotten into my diary. She had forwarded her flight details and my Gmail does its job.
But not so.
They’re not coming.
That has been decided for a while already. And you’d think I’d gotten used to the idea.
But not so.

So far, my time here has been, sort of ‘extra time’. The first three weeks were really extra: I would actually still be in Belgium at that time. Those were real work weeks too. After, I had planned two weeks of holiday. After all, I had worked hard in Belgium. From the end of April my agenda was open for individual retreats and it was time to prepare my first groups.
The individual retreats did trigger some interest and requests for information, but in the end a pandemic put a stop to actual bookings. So until now I would have been here alone anyway. But Friday my first guests would have arrived. They sounded very pleasant on the phone. I’m sure it would have been an intense and pleasant collaboration.
But not so.

So I didn’t remove the appointment and now that it’s getting closer and closer, I notice that it hurts.
It’s not gonna happen.
My groups won’t take place.
I can’t play, lead, seduce, accompany, surprise, tell, challenge, explain, guide, feed, inspire…
That, into which I’ve been putting all my passion for several years now, wants to floath.
But not so.

And the pain isn’t about the financial impact of all the cancellations. Not nice of course, but I am among the lucky ones who are supported by the Belgian State. So I’m going to survive.
No, it’s about a much more essential thing. It’s about my full potential that I can’t use if I can’t share my passion. It’s about living my mission. After all, that’s what I’m on this island for. Because the energy here provides the perfect soil for the personal growth of the people I’m allowed to feed.

(High-minded words, finds my humble self. But I follow a Deepak Chopra meditation-challenge about Abundance. And in that energy I allow myself to write it anyway.)

There is so much potential that cannot be used now. So it’s looking for another way out. In wood and shells, in paint and canvas, in saw and sandpaper. Time to feed myself, to rest, to play and discover. And to enjoy.

I’ll do it for all of you.
For Carine and Jo, for Ann-Marie, Lesly, Isabelle, Annelies, Krista, Ann, Kristel, Mieke, Mia, Hilde…
And yes, for you, too.
Because maybe you wanted to come.
But not so.

Ik kreeg het niet over mijn hart om de afspraak te verwijderen uit mijn digitale agenda: ’14u Carine en Jo ophalen en naar Medusa brengen’. Zelfs hun vlucht was ongewild in mijn agenda geraakt. Ze had immer haar vluchtgegevens doorgestuurd en mijn gmail doet dan zijn werk. Maar niet dus.
Ze komen niet.
Dat is al even beslist. En je zou denken dat ik al aan het idee gewend zou zijn geraakt.
Maar niet dus.

Tot nu toe was mijn tijd hier als het ware ‘extra time’. De eerste drie weken waren echt extra: ik zou op dat moment eigenlijk nog in België zijn. Dat waren ook nog echte werkweken. Daarna had ik van mezelf twee weken vakantie mogen voorzien. Ik had in België immers stevig gewerkt. Vanaf eind april stond mijn agenda open voor individuele retreats en was het tijd om mijn eerste groepen voor te bereiden.
De individuele retreats oogsten wel interesse en informatievragen, maar uiteindelijk stak een pandemie een stokje voor eigenlijke boekingen. Dus tot nu toe zou ik hier sowieso alleen geweest zijn. Maar vrijdag zouden mijn eerste gasten arriveren. Ze klonken heel aangenaam aan de telefoon. Ik ben er zeker van dat het een intense en fijne samenwerking zou hebben kunnen worden.
Zouden hebben kunnen… Dan moet ik telkens opnieuw denken aan Jos Ghysen. Bij een fout antwoord in het spelletje van Te bed of niet te bed, klonk het: ‘Had kunnen geweest zijn: 5 dagen Zwarte Woud’ (of een andere, op dat moment als exotisch in de oren klinkende, bestemming).
Maar niet dus.

Ik heb de afspraak dus niet verwijderd en nu het alsmaar dichterbij komt, merk ik dat het pijn doet.
Het gaat niet door.
Mijn groepen gaan niet door.
Ik kan niet spelen, leiden, verleiden, begeleiden, verrassen, vertellen, uitdagen, uitleggen, gidsen, voeden, inspireren…
Dat, waar ik reeds enkele jaren al mijn passie in leg, wil stromen.
Maar niet dus.

En de pijn gaat niet over de financiële impact van alle annuleringen. Niet fijn natuurlijk, maar ik ben bij de gelukkigen die gesteund worden door de Belgische Staat. Dus ik ga het wel overleven.
Nee, het gaat over een veel essentiëler iets. Het gaat over mijn volle potentieel dat ik niet kan benutten als ik mijn passie niet kan delen. Het gaat over mijn missie leven. Dat is tenslotte waarvoor ik op dit eiland ben. Omdat de energie hier de perfecte bodem biedt voor de persoonlijke groei van mensen die ik mag voeden.

(Hoogdravende woorden, vindt mijn bescheiden ikje. Maar ik volg een meditatie-challenge van Deepak Chopra rond Abundance (overvloed). En vanuit die energie sta ik me toch toe het te schrijven.)

Er is zoveel potentieel dat nu niet kan worden gebruikt. Dus zoekt het andere uitwegen. In hout en schelpen, in verf en doek, in zaag en schuurpapier. Tijd om mezelf te voeden, om zelf te rusten, te spelen en te ontdekken. En te genieten.

Ik doe het voor jullie bij.
Voor Carine en Jo, voor Ann-Marie, Lesly, Isabelle, Annelies, Krista, Ann, Kristel, Mieke, Mia, Hilde,…
En ja ook voor jou.
Want misschien wilde jij ook wel komen.
Maar niet dus.

Eén maand ben ik hier nu, exact één maand. Maar het lijkt korter én langer.

Ik ben halsoverkop het vliegtuig opgestapt. Vrijdag had ik een laatste life-lesdag. Zaterdag een eerste online-lesdag en zondag daagde het: ‘Als je nu niet vertrekt, geraak je misschien niet meer weg!’ Dus herschikte ik mijn vluchten, maakte maandag alles in orde voor vertrek en zat ik dinsdag op het vliegtuig en de boot. Gelukkig, want enkele dagen later werd het onmogelijk om het eiland te bereiken.

Was het de juiste beslissing? Ik weet het niet.
Heb ik spijt dat ik hier ben? 95% van de tijd niet.

Maar het is niet altijd een paradijs.

De eerste twee weken moest ik in huis-isolatie. Niet buitenkomen dus. Ik liep al wel eens naar het veldje achter mijn huis, maar verder durfde ik me niet bewegen. Mijn boodschappen werden op veilige afstand geleverd door mijn vriend.

De twee weken later, toen ik in principe wel terug buiten mocht, was het slecht weer. Echt slecht weer. Het was koud, bewolkt, regenachtig. Weer dat je, deze tijd van het jaar, in België verwacht, maar daar was het lekker warm en zonnig, wat je hier verwacht. Tussen de buien door had ik misschien wel eens tot aan het strand kunnen wandelen, ware het niet dat mijn straat weerom tot een rivier was verworden, waardoor zelfs dat niet mogelijk was met droge voeten…

Maar ok, er zijn ook wel eens mooie dagen. Vandaag zit ik bijvoorbeeld lekker in het zonnetje.

De regels zijn hier heel strikt. Misschien wel strikter dan in België. Griekenland heeft snel maatregelen genomen, scholen gesloten, bijeenkomsten verboden… Momenteel mogen we alleen buiten met een ‘permit’. Je moet elke ‘beweging’ online of via sms registreren (of via een officieel formulier). Er zijn zes redenen om buiten te komen. Een beetje gelijkaardig aan die in België, zo lijkt me. In winkels gelden ook gelijkende regels: we wachten buiten met de nodige afstand, tot er iemand buiten komt en er iemand binnen mag. (Alhoewel ik moet toegeven dat de ene winkel daar strikter mee omspringt dan de andere. ;-))
Een koffietje drinken op een bankje is al meer dan een maand geen optie. Gelukkig kan afhaalkoffie wel. Deliveroo is hier nog niet uitgevonden (en frituren al helemaal niet ;-)), dus koken doen we vooral zelf.
Maar al deze maatregelen hebben er dus wel voor gezorgd dat het hier binnen de perken is gebleven. Een dikke 2000 bevestigde besmettingen en een honderdtal doden. Even leek het erop dat er één besmetting op het eiland was. Maar dat lijkt ondertussen niet meer zeker.

Het is hier dus veilig!

Maar mensen gedragen zich niet altijd zo.

Je zou kunnen zeggen dat er twee soorten zijn: enerzijds de non-believers, die elkaar nog op de schouder slaan en tegen de regels in dicht bij elkaar koffie staan te slurpen. Anderzijds heb je de mensen die met maskers en handschoenen met een grote boog om je heen lopen. (De mondmaskertjes zijn hier wellicht makkelijker verkrijgbaar dan in België!)
Veel mensen zijn duidelijk bang. Mijn voorstellen aan vrienden om samen een wandeling te maken aan het strand (met de nodige afstand natuurlijk!) worden afgeslagen.
En het is boeiend om te merken welk effect dat heeft.
Met mijn verstand weet ik natuurlijk dat dat begrijpelijk is. Eigenlijk volgen ze de richtlijnen. Als je deze strikt interpreteert, mag je niet samen gaan wandelen. Maar heel wat vrienden in België blijken dat wel te doen. Met héél veel respect voor de veiligheid hoor! Elk aan een kant van het pad of zo. En toch…
Toch komt er ook een stemmetje in mijn hoofd: ‘Waarom willen ze niet? Vertrouwen ze me niet? Ben ik niet belangrijk genoeg? Zouden ze met andere mensen wél afspreken?’ Ik durf het natuurlijk niet hardop uit te spreken, laat staan te vragen. Want een ander stemmetje vind mijn bedenkingen ronduit belachelijk!

Maar het raakt.

En ik betwijfel of ik daar alleen in ben. Welke impact heeft dit op ons gevoel van veiligheid, op ons gevoel van verbondenheid? Wat als de eerste solidariteit (die ontwapenend mooi is) wegebt?

Er ontstaan heel veel vragen.
Vragen over de redenen of de betekenis.
Over geloof en ongeloof.
Over complottheorieën en gevolgen.

Wat is waar?
Waar gaan we naartoe?
Waar mag ik in geloven?

Vragen die me meteen inspireren voor een verhaaltje: De Prins en de tovenaar 

Er was eens een jonge prins die in alles geloofde, behalve in 3 dingen. Hij geloofde niet in prinsessen, hij geloofde niet in eilanden en hij geloofde niet in God. Zijn vader de koning had hem verteld dat dergelijke dingen niet bestonden. Omdat er in het rijk van zijn vader geen prinsessen of eilanden waren, noch enig teken van God; schonk de jonge prins geloof aan wat zijn vader zei.

Maar op zekere dag liep de prins van het paleis weg. Zo kwam hij aan in een naburig land. Daar zag hij, tot zijn grote verbazing, van kust tot kust niets anders dan eilanden, en op die eilanden, heel vreemde wezens die hij geen naam durfde geven. Terwijl hij een boot zocht, kwam over het strand een man in avondkledij naar hem toe.

‘Zijn dat echte eilanden?’, vroeg de jonge prins.
‘Natuurlijk zijn dat echte eilanden’ zie de man in avondkledij.
‘En die heel vreemde wezens daar?’
‘Dat zijn allemaal echte en waarachtige prinsessen.’
‘Dan moet God ook bestaan!’ riep de prins uit.
‘Ik ben God’, antwoordde de man in avondkledij aan de jonge prins met een buiging.

De jonge prins spoedde zich zo snel hij kon naar huis terug.
‘Zo, ben je weer terug?’, zei z’n vader, de koning.
‘Ik heb eilanden gezien, ik heb prinsessen gezien en ik heb God gezien,’ zei de prins verwijtend. De koning bleef onverstoord.
‘Er bestaan geen eilanden, noch echte prinsessen, noch een echte God.’
‘Maar ik heb ze gezien!’
‘Zeg me eens hoe God gekleed was.’
‘God was helemaal in avondkledij.’
‘Had hij de mouwen van zijn jas opgerold?’
De prins herinnerde zich dat dit inderdaad zo was.
De koning glimlachte.
‘Dat is het uniform van een tovenaar. Je hebt je laten beetnemen.’

Daarop keerde de prins terug naar het naburige land. Hij ging naar hetzelfde strand, en opnieuw ontmoette hij daar de man in avondkledij.
‘Mijn vader, de koning, heeft me verteld wie u bent,’ zei de jonge prins verontwaardigd. De vorige keer hebt u me bedrogen maar dat zal me niet opnieuw gebeuren. Nu weet ik dat dit geen echte eilanden zijn en geen echte prinsessen, want u bent een tovenaar.’
De man op het strand glimlachte.
‘Jij hebt je laten beetnemen, m’n jongen. In het koninkrijk van je vader zijn er veel eilanden en veel prinsessen, maar jij leeft onder de betovering van je vader en daardoor kan je ze niet zien.’

Peinzend keerde de prins terug naar huis. Toen hij zijn vader zag, keek hij hem recht in de ogen. ‘Vader, is het waar dat u geen echte koning bent, maar slechts een tovenaar?’
De koning glimlachte en rolde zijn mouwen op.
‘Ja, mijn zoon ik ben maar een tovenaar.’
‘Dan was die man op het strand toen God.’
‘Die man op het strand was een andere tovenaar.’
‘Ik moet de echte waarheid kennen, de waarheid buiten alle tovenarij.’
‘Er is geen waarheid buiten toverij’, zei de koning.

De prins was diep bedroefd. Hij zei:’Ik maak mezelf van kant.’
Toen toverde de koning de dood tevoorschijn. De dood stond in de deuropening en wenkte de prins. De prins huiverde. Hij dacht terug aan de mooie maar onechte eilanden en de onechte maar mooie prinsessen.
‘Goed’, zei hij ‘ik kan het leven aan.’
‘Zie je, m’n zoon’, zei de koning, ‘je begint nu zelf ook tovenaar te worden.’

(John Fowles)

En tenslotte het nieuws dat ik voor me uit geschoven heb:
Wat met de groepen in Naxos?

Ja, tot mijn grote spijt moeten de groepen van mei en juni geannuleerd worden. Free to Be in juli is een spannende. Het is niet zeker of er al gevlogen mag worden en of het seizoen hier van start mag. Als ik naar Marc Van Ranst – die, als ik het van hieruit zo wat volg, ondertussen is uitgegroeid tot een nationale held 😉 – luister, is de kans klein dat er zich mensen gaan aandienen. Maar dus: het is nog mogelijk… Als je interesse hebt, laat het zeker weten!

Wat wél doorgaat:

(Voor zover we tegenwoordig zoiets al kunnen weten.)

Divine Discovery – augustus (volzet)

Divine Discovery – september

Soulcare for Caretakers – oktober

Van zodra er meer duidelijkheid is over de mogelijkheid tot reizen zal ik jullie opnieuw informeren. Want eens je mag reizen, is een individuele retreat voor jou of jou en je partner wel mogelijk! En misschien is het na de extra belasting van de huidige tijd, wel deugddoend om even extra aandacht te besteden aan het psychologische welbevinden!

En wie weet organiseer ik in september / oktober nog wel een Post-lockdown-groep!!! Contacteer me gerust als jij als eerste op de hoogte wil gebracht worden!

Bovendien wil ik jullie nog meegeven dat ik, nu alles hier weggevallen is, een zee van tijd heb om jou online te ondersteunen. Heb je nood aan begeleiding? Supervisie? Creatief werk? Coaching? Vanop afstand maak ik graag tijd voor je.

One month I’m here, exactly one month. But it seems shorter and longer.

I left Belgium earlier than expected. Friday I had a last day of life-teaching. Saturday I did my first online training and Sunday I thought: ‘If you don’t leave now, you may not get there anymore!’ So I rearranged my flights, prepared everything for departure on Monday and travelled on Tuesday. Luckily, because a few days later it became impossible to reach the island.

Was it the right decision? I don’t know.
Am I sorry I’m here? 95% of the time I’m not.
But it isn’t living in paradise all the time.

The first two weeks, I had to go into house-isolation. So stay in, in the strict sense. I only made little walk behind my house, but I didn’t dare to go to the sea. My groceries were delivered at a safe distance by my friend.
The next two weeks, when I was allowed to go outside again, the weather was bad. Really bad. It was cold, cloudy, rainy. It was what you expect in Belgium this time of year, while in Belgium it was the weather you expect here. In between showers I might have been able to walk to the beach, if it hadn’t been for the fact that my street had turned into a river again, so that wasn’t possible with dry feet…
But there were some beautiful days. Today, for instance, I’m sitting in the sun.

The rules are very strict here. Stricter than in Belgium, I would say. Greece quickly took measures, closed schools, banned meetings… At the moment we’re only allowed outside with a permit. You have to register every ‘movement’ online or via text message (or via an official form). There are six reasons to go outside. In shops, similar rules apply: we wait outside with the necessary distance, until one leaves and the next is allowed inside. (Although I have to admit that some shops are stricter than others. ;-)) And drinking a coffee on a bench hasn’t been an option for over a month. Fortunately, take-away coffee is possible. But not too many options for take-awy food. Deliveroo hasn’t been invented here yet! 😉
But all these measures have kept it within limits here. Some 2000 confirmed contaminations and about a hundred deaths. For a moment it seemed there was one infection on the island, but it’s not clear if it was, after all.

So it’s safe here!

But people don’t always behave that way.
You could say that there are two kind of people: on the one hand the non-believers, who still pat each other on the shoulder and drink coffee close to each other, against all rules. On the other hand you have the people who walk, with masks and gloves, around you with a big bow. (The mouth masks are probably easier to obtain here than in Belgium!)
Many people are clearly afraid. Many friends declined my proposal to take a walk together on the beach (with the necessary distance of course!).
And it’s fascinating to see what effect that has on me.
Because theoretically I know this is normal. Actually they follow the guidelines. If you interpret the rules strictly, you are not allowed to walk together. But a lot of friends in Belgium seem to do so. With respect for safety! Each on one side of the path or so. And yet…
Still, a little voice comes into my head: ‘Why don’t they want to? Don’t they trust me? Am I not important enough? Would they meet other people?’ Of course I don’t dare to ask it. Another voice inside don’t approve of these thoughts…

But it touches on a deeper level.

And I doubt I’m alone. What impact does this have on our sense of security, on our sense of belonging? What if the first solidarity (which is disarmingly beautiful) wears off?

A lot of questions arise.
Questions about the reasons or the meaning.
About believe and disbelief.
About conspiracy theories and consequences.
What is true?
Where are we going?
What am I allowed to believe in?

Questions that immediately inspire me for a story!

The Prince and the Magician

“Once upon a time there was a young prince who believed in all things but three. He did not believe in princesses, he did not believe in islands, he did not believe in God. His father, the king, told him that such things did not exist. As there were no princesses or islands in his father’s domains, and no sign of God, the young prince believed his father.

But then, one day, the prince ran away from his palace. He came to the next land. There, to his astonishment, from every coast he saw islands, and on these islands, strange and troubling creatures whom he dared not name. As he was searching for a boat, a man in full evening dress approached him along the shore.
‘Are those real islands?’ asked the young prince.
‘Of course they are real islands,’ said the man in evening dress.
‘And those strange and troubling creatures?’
‘They are all genuine and authentic princesses.’
‘Then God must exist!’ cried the prince.
‘I am God,’ replied the man in full evening dress, with a bow.

The young prince returned home as quickly as he could.
‘So you are back,’ said the father, the king.
‘I have seen islands, I have seen princesses, I have seen God,’ said the prince reproachfully. 
The king was unmoved.
‘Neither real islands, nor real princesses, nor a real God exist.’
‘I saw them!’
‘Tell me how God was dressed.’
‘God was in full evening dress.’
‘Were the sleeves of his coat rolled back?’
The prince remembered that they had been. The king smiled.
‘That is the uniform of a magician. You have been deceived.’

At this, the prince returned to the next land, and went to the same shore, where once again he came upon the man in full evening dress.
‘My father the king has told me who you are,’ said the young prince indignantly. ‘You deceived me last time, but not again. Now I know that those are not real islands and real princesses, because you are a magician.’
The man on the shore smiled.
‘It is you who are deceived, my boy. In your father’s kingdom there are many islands and many princesses. But you are under your father’s spell, so you cannot see them.’

The prince pensively returned home. When he saw his father, he looked him in the eyes.
‘Father, is it true that you are not a real king, but only a magician?’
The king smiled, and rolled back his sleeves.
‘Yes, my son, I am only a magician.’
‘Then the man on the shore was God.’
‘The man on the shore was another magician.’
‘I must know the real truth, the truth beyond magic.’
‘There is no truth beyond magic,’ said the king.

The prince was full of sadness.
He said, ‘I will kill myself.’
The king by magic caused death to appear. Death stood in the door and beckoned to the prince. The prince shuddered. He remembered the beautiful but unreal islands and the unreal but beautiful princesses.
‘Very well,’ he said. ‘I can bear it.’
‘You see, my son,’ said the king, ‘you too now begin to be a magician.”

John Fowles

And finally, the news I’ve been putting off: What about the groups in Naxos?

Knowing you, knowing me‘ and ‘Soulcare for Caretakers‘ that would take place in May have been cancelled, as has ‘Reboost your Female Power‘ in June.

The second week of July ‘Free to Be‘ is scheduled… One on the edge.
It’s not sure wether flights will be allowed already and if the season can start here. If I follow international press, I think there’s little chance. But it is still possible… If you are interested, be sure to let me know!

The program in August, September and October will run as planned. And I might organise a Post-Lockdown-group this autumn… Once travelling is possible, an individual retreat for you or you and your partner is an option again! And maybe after the burden of the present times, it’s good to pay a little extra attention to the psychological well-being!

In the meantime, I can offer online support: therapy, coaching, supervision, creative work… Just contact me and we can talk about possibilities. Possible in English of course!

It’s an emo-day. During a meeting I mention that the bad weather is making it hard. It’s cold, it’s raining and it’s so cloudy I can’t even see the island in front of. There is laughter. ‘Haha, and there she is, on her paradise island!’ It’s not meant to be that sharp. But it feels that sharp.
Tears come. I wasn’t expecting them.

And I try to get myself together again. Some others have it much harder than me. Although I’m the first to tell others that ‘burden’ is incomparable. But I can’t help it.
And the tears keep coming.
I bust my head over my ‘bad feeling’. What’s so bad? Maybe, secretly, I’m more scared than I think, but I’m suppressing it. And this is how that fear shows itself? Maybe it’s…

All kinds of hypotheses. Sometimes I’m so tired of being a therapist. I always have to analyze myself like this!

I’m sending a message to my soul mate. She reads between the lines. Luckily. She calls.
What’s going on?
I don’t know. I feel sad. Actually, nothing’s wrong. Actually, everything’s fine. Only the weather is bad. I can’t even walk down to the beach. But what a luxury problem, I still have a beautiful view… So I think there’s something else, something I don’t see.
And I share all my analyses, my twists and turns, my thoughts.
And she listens.
Only that…
And I ask her if she has any idea what I’m holding down so much that it shows up like this. And she says, ‘Yeah, well, it’s just not fun!’

And the tension calms. All those tears flow to the sea. All those words rolling out, create space. All the silence of listening fills me with warmth.
And all of a sudden I see everything that can help me.
When I’m IN it, I don’t see.
Even if I would make a list of it, I wouldn’t look at it at that moment.
‘No,’ she says, ‘it only helps to call a friend and moan’.

Spot on.

So yes to yoga and meditation, to stress-reducing techniques and breathing, yes to creativity and physical exercise. But especially yes to a friend to whom you can just tell your story without advice, solutions or judgments.

I hereby issue a new Corona measure: the right to moan!

 

(*) moaning: to make a complaint in an unhappy voice, usually about something that does not seem important to other people. – or: sharing things that bother you, while your inner critic thinks you’re exaggerating.

Het is een emo-dag. Tijdens een meeting vertel ik dat ik last heb van het slechte weer. Het is koud, het regent en er zijn zoveel wolken dat ik zelfs het eiland tegenover me niet kan zien. Er wordt gelachen. ‘Haha, en daar zit ze dan op haar paradijselijke eiland!’ Zo scherp is het niet bedoeld. Zo scherp komt het wel binnen.
Er komen tranen. Die had ik niet verwacht.

En ik probeer me te herpakken. Anderen hebben het zoveel moeilijker dan ik. Alhoewel ik de eerste ben om aan anderen te zeggen dat ‘last’ niet te vergelijken valt. Maar ik kan het niet laten. En de tranen blijven maar komen.

Ik breek mijn hoofd over mijn ‘slecht gevoel’. Wat is er nu zo erg? Misschien ben ik stiekem toch banger dan ik denk maar verdring ik dat. En laat die angst zich nu op deze manier zien? Misschien…

Allerlei hypotheses. Soms ben ik het zo beu dat ik therapeute ben. Moet ik mezelf altijd zo analyseren!

Ik stuur een berichtje naar mijn zielemaatje. Zij leest tussen de regels. Gelukkig. Ze belt.
Wat is er aan de hand?
Ik weet het niet. Het gaat niet. En eigenlijk is er niks aan de hand. Eigenlijk is alles goed. Alleen is het slecht weer. Ik kan zelfs niet tot op het strand wandelen. Maar wat een luxeprobleem, ik heb toch een schoon uitzicht… Dus ik denk dat er iets anders is, iets dat ik niet zie.
En ik deel al mijn analyses, mijn kronkels, mijn gedachten.
En zij luistert.
Gewoon.
En ik vraag haar of zij een idee heeft wat ik zo aan het verdringen ben, dat het zich op deze manier toont. En ze zegt: ‘Ja maar, het is toch gewoon niet leuk!’

En het deint weg. Al die tranen stromen naar zee. Al die woorden die eruit vloeien creëren ruimte. Al die luisterende stilte vult me met warmte.
En ineens zie ik weer alles wat mij kan helpen.
Als ik er IN zit, zie ik dat niet.
Zelfs als ik er een lijstje van zou maken, zou ik er op dat moment niet naar kijken.
Nee, zegt ze, dan helpt alleen bellen naar een vriendin en even zagen.

Spot on.

Dus ja aan yoga en meditatie, aan stress-reducerende technieken en ademhaling, ja aan creativiteit en lichaamsbeweging. Maar vooral ja aan een vriendin tegen wie je gewoon even je verhaal mag vertellen zonder adviezen, oplossingen of oordelen.

Bij deze vaardig ik een nieuwe Coronamaatregel uit: het recht om te zagen!

 

(*) Zagen: op vervelende wijze spreken, zeuren, meestal over iets dat voor anderen niet belangrijk lijkt. –  of nog: het uitspreken van dingen waar je last van hebt, maar waarvan je innerlijke criticus vindt dat je overdrijft.

Day 5 of my quarantine. A day of rest, finally.

Everywhere I hear / read about ‘silencing’ and ‘repentance, ‘escape from the jigg’. So I think, “Euh?!” I’ve never been so busy here before.

Normally, when I arrive in Naxos, I arrive in a different time zone. Not only literally (we’re an hour ahead), but especially when it comes to the pace. Here it is ‘siga siga’! We take a siesta and let ourselves be guided by nature and the wind.
But now it is as if I have brought my Belgian time. In the night from Tuesday to Wednesday I got off the boat around half past one and 13 hours later I hadn’t unpacked everything yet, but I was already supervising behind my computer. And in the evening I had another meeting. And on it went the following days: online meetings, consultation, therapy, supervision, teaching …
And in between, of course, catching up with some friends and colleagues…

It seems everyone has suddenly discovered online contact. Because of my long stays here I really learned to appreciate skype or facetime. Often it is the icing on the cake of my fine life here: staying in paradise and still being able to keep in touch with a few special friends. But all of a sudden everyone seems to be into skype – or zoom, whereby, webex, whatsapp and so on…

Great, of course, but… a lot / too much.

So all my plans to slow down, do yoga, meditate with Genpo Roshi and finally watch those sessions of Tara Brach,… For now they have to wait a while.

It makes me restless and even a bit unhappy. But then I think of that African story:

Once upon a time, there was a man who had the guts to travel to the inhospitable parts of Africa. His only companions were the porters. Each of them held a machete and fought his way through the dense vegetation. Their goal was to continue at all costs.
When facing a river, they used as little time as possible to cross it. When a hill appeared, they accelerated their steps so as not to waste a single minute. But suddenly the porters stopped. The explorer reacted in surprise. For they had only been walking for a few hours.
So he asked them, “Why are you stopping? Are you tired already? We’ve only been walking for a few hours.”
Then one of the porters looked at him and said, “No sir, we are not tired. It’s just that we moved on so quickly that we left our souls behind. Now we must wait until our souls have caught up with us again.”

Yeah, that’s it, my soul still has to catch up with me.

So I accept I’m still living on Belgian time. I’ll take time to wait for my soul. Use my quarantine for that purpose. And after, the peace and quiet can come. When I’ll be able to walk to the sea – which I can’t allow myself to do for the time being. There I will find it.

I look forward to it, to that other time zone and especially to the arrival of my soul.

Dag 5 van mijn quarantaine. Eindelijk een dagje rust.

Overal hoor / lees ik over ‘verstillen’ en ‘naar binnen gaan’, ‘uit de malle molen stappen’. En dan denk ik ‘Euh?!’ Ik heb het hier nog nooit zo druk gehad.

Normaal, wanneer ik in Naxos arriveer, arriveer ik in een andere tijdszone. Niet alleen letterlijk (we lopen een uurtje voorop), maar vooral wat betreft het tempo. Hier is het ‘siga siga’! We nemen een siësta en laten ons leiden door de natuur en de wind.
Maar nu is het alsof ik mijn Belgische tijd heb meegebracht. In de nacht van dinsdag op woensdag stapte ik rond half één van de boot en 13 uur later had ik nog niet alles uitgepakt, maar zat ik al achter mijn computer supervisie te geven. En ‘s avonds nog een vergaderingske. En zo ging het de volgende dagen ook: online meetings, overleg, therapie, supervisie, lesgeven…
En tussendoor natuurlijk ook nog even bijpraten met wat vrienden en collega’s…

Want het lijkt wel alsof iedereen opeens het online-contact ontdekt heeft. Door mijn lange verblijven hier heb ik skype of facetime echt leren appreciëren. Het is vaak de kers op de taart van mijn fijne leven hier: vertoeven in een paradijsje en toch af toe contact kunnen houden met een paar speciale vriendinnetjes. Maar ineens lijkt iedereen aan de skype – of zoom, whereby, webex, whatsapp en dies meer…

Tof natuurlijk, maar….. veel.

Dus al mijn voornemens om naar binnen te gaan, yoga te doen, te mediteren met Genpo Roshi en eindelijk die sessies van Tara Brach te bekijken,… Voorlopig moeten ze nog even wachten.

Het maak me even onrustig en zelfs wat ongelukkig. Maar dan denk ik aan dat Afrikaans verhaaltje:

Er was eens een man die het lef had om naar de onherbergzame streken in Afrika te reizen. Zijn enige gezelschap waren de dragers. Elk van hen hield een machete vast en vocht zo zijn weg door de dichte vegetatie. Hun doel was om tot elke prijs verder te gaan.
Wanneer ze voor een rivier stonden, gebruikten ze zo weinig mogelijk tijd om die over te steken. Verscheen er een heuvel, dan versnelden ze hun stappen om geen enkele minuut te verspillen. Maar plots stopten de dragers. De ontdekkingsreiziger reageerde verrast. Want ze waren pas enkele uren aan het lopen.
Dus vroeg hij hen: “Waarom stoppen jullie? Zijn jullie al moe? We hebben slechts enkele uren gelopen.”
Toen keek één van de dragers hem aan en zei: “Nee mijnheer, we zijn niet moe. Het is alleen zo dat we zo vlug verdergegaan zijn dat we onze ziel achtergelaten hebben. Nu moeten we wachten tot onze ziel ons weer ingehaald heeft.”

Ja, dat is het: mijn ziel moet me nog inhalen.
Dus ik accepteer dat ik nog even op Belgische tijd leef.  Ik zal de tijd nemen om op mijn ziel te wachten. Ik kan mijn quarantaine daarvoor gebruiken. En daarna, kan ik de rust echt laten binnenkomen. Dan kan ik ook naar zee  kunnen wandelen – wat ik voorlopig mezelf nog niet kan toestaan. Daar vind ik die altijd.

Ik kijk er naar uit, naar die andere tijdszone en vooral naar de aankomst van mijn ziel.

Ik zit in quarantaine, zoals behoorlijk wat mensen. Sommigen omdat ze ‘lichte symptomen’ vertonen en ze moeten het zekere voor het onzekere nemen. Anderen omdat ze in contact kwamen met iemand. Ik omdat ik het land binnenkwam. Jawel, ik zit hier in Naxos in quarantaine. En ‘opgesloten’ zitten met mijn zicht op zee voelt niet echt als een opdracht.

Maar hoe kom ik hier terecht?

Ik was in België volop aan het werken toen alles begon uit de hand te lopen. Ineens regent het annuleringen: trainingen worden afgelast (Eerlijk gezegd heb ik eerst nog iets van: ‘overdrijf nu niet’ – wellicht was ik niet de enige!), voorstellingen gaan niet door. Vrijdag hebben we nog cliëntbegeleiding op EA, zaterdag mogen we niet meer lesgeven… Halsoverkop installeren we dan een onlineplatform en geef ik les voor de camera terwijl 18 studentjes voor me op het scherm geprojecteerd staan…
In mijn achterhoofd zit er ongerustheid: zal ik nog wel terug naar huis kunnen? Ik zou voor de eerste keer écht voor lange tijd naar Naxos gaan. Vanaf de paasvakantie. Maar zou ik nog kunnen vertrekken?

Zondag: Ik heb afgesproken met mijn petekindje voor een fotoshoot voor zijn communie. We blijven op veilige afstand. Geen kussen (de kinderen vinden dat niet zo erg ;-)). Zijn papa, gaat ervan uit dat woensdag of donderdag België helemaal dicht zal gaan… Ik word overladen met informatie, statistieken, … “Het is ernstig, Suzanne!”
Ik moet nu handelen!
Een goeie vriendin, geeft me een spreekwoordelijke sjot onder mijn gat.
– “Waarom zou je nog blijven?”
– “Ik heb woensdag cliënten. Die kan ik toch niet zomaar annuleren!”
– “Ja maar, als je wacht tot na woensdag om dat goed te kunnen afronden, kan het zijn dat je niet meer kan vertrekken. En voor hetzelfde geld bellen de mensen zelf tegen woensdag af en dan ben je gebleven voor niets… “
Dus na nog een telefoontje met mijn zus (want ik zou dus ook geen zorg kunnen opnemen voor ons mama) is het in mijn hoofd beslist: ik vertrek zo vlug ik kan. Dinsdag dus.
Die avond herboek ik mijn vluchten. (Leve Aegean Airlines bij wie ik alles kon herboeken zonder kosten.)

Maandag: Ik mail mijn cliënten, breng mijn huis op orde, rij nog even naar het containerpark, breng mijn auto naar Aarschot en neem daar afscheid van mijn mama. Tot laat in de avond ben ik bezig met het pakken van mijn koffer. Wat wel en wat niet meenemen? Ik vertrek voor twee en een halve maand. Minstens. En normaal heb ik twee groepen voor ik terugkom. Heb ik alles? …

Dinsdag: Een vriendin brengt me naar Zaventem. Spannend. Gisteren zou Griekenland hebben beslist dat iedereen die het land binnen komt 14 dagen in quarantaine moet. Hoe gaat dat zijn? Mag ik doorvliegen naar Naxos? Ik heb een belachelijk duur hotel geboekt voor één nacht en de volgende dag een vlucht. Misschien moet ik dan 14 dagen in dat hotel blijven? Dat kan ik me niet veroorloven! Wat als?…
De reactie van mensen om me heen is heel verschillend. De ene begrijpt het helemaal, steunt, denkt mee of wil Reiki sturen. De ander wijst op de gevaren. Wat als ik daar ziek word? De gezondheidszorg is in België veel beter. Op het eiland is zelfs geen Intensive Care!
Ik voel ook binnen in mij verschillende stemmetjes. De ene vol vertrouwen: ‘Als er zoiets aan de hand is, wil een mens gewoon naar huis en voor jou is dat Naxos!’. De andere een beetje bang: is dit wel de juiste beslissing?

Aan de incheckbalie tref ik een superlieve dame. Ze geeft me spontaan een ‘priority-label’, dan komen mijn koffers als eerste op de band. Dat opent ineens mogelijkheden. Ik kom in een ‘creatieve denk-modus’ terecht. Ik bel mijn vertrouwde taxichauffeur in Athene en zeg hem dat hij op me moet wachten, dat ik mogelijks geen gebruik ga maken van zijn diensten, maar dat ik hem dan alsnog zal betalen. Ik mail naar het hotel met de vraag of ik, gezien de omstandigheden, een verlenging kan krijgen van de annulatietermijn. Normaal moet ik voor 12u annuleren, anders ben ik mijn geld kwijt. Ik vraag of ik mag wachten tot 16u.
Plan B (de boot nemen) wordt plan A. Plan A (een vlucht morgen) wordt plan B – want vandaag ben je zeker van vandaag, niet van morgen.

Tijdens de vlucht wordt er niets gemeld. Bij aankomst moeten we een formulier invullen voor we uitstappen. Ik ben nogal snel met invullen (en had ‘toevallig’ een zitje op rij 6 toebedeeld gekregen!) en zit bij de eersten op de bus die ons naar de gate brengt. Als er 20 mensen op zitten, vertrekt die reeds. Ik verwacht me aan een check van koorts of een interview, maar kan gewoon doorlopen. Als ik aan de baggageband arriveer, schuift mijn koffer reeds voorbij. George wacht op me. In de auto checkt hij of alles in orde is met de ferry. Ik bel naar het hotel om mijn kamer te annuleren. Ik raak zonder problemen op de boot. Herboek mijn vlucht van morgen nogmaals naar zomaar een datum. Kan ik dat later nog bekijken.
Ik stuur berichtjes naar heel wat mensen dat het me gelukt is, zoek me een zitje ver van iedereen (er is niet zoveel volk op de boot) en in stalleer me voor de volgende uren. We varen langs Syros dus het is bijna één uur als ik thuiskom. Doodmoe maar gelukkig.

 

 

Woensdag: het is zalig wakker worden met zicht op zee. Blauwe lucht. De wind die waait. Je zou haast vergeten wat er aan de hand is in de wereld.

 

 

Dus ja, ik heb geluk. Ik hoor heel andere verhalen.
Van mensen die niet thuis raken.
Mensen die in quarantaine moeten omdat zoveel collega’s besmet zijn.
Mensen die overuren draaien.
Mensen die nog naar een ander land wilden omdat hun dochter gaat bevallen en er niet raken.
Mensen die in de zorg werken en niet mogen thuisblijven.
Mensen die zich eenzaam voelen.
Mensen die helemaal in angst zitten.
Mensen die zich in de steek gelaten voelen.
Mensen die niet meer de zorg krijgen die ze normaal nodig hebben.
Mensen die leidinggeven en beslissingen moeten nemen met grote impact zowel menselijk als economisch.
Mensen die waken bij hun zoontje, dat met koorts in bed ligt. Is het het virus? Er wordt niet meer getest, dus je kan alleen maar wachten en hopen dat het niet erger wordt.
Mensen die met zorg hun afscheid hadden voorbereid en nu zelfs geen mooie begrafenis kunnen krijgen.
Mensen die lijden.
Mensen die sterven.

En ik zit hier. Op mijn eiland. Ik heb zoveel geluk.

Zoveel geluk dat ik me schaam. Of zelfs schuldig voel. Alsof ik meer had kunnen doen als ik in België was gebleven. Alsof ik van mijn verantwoordelijkheden ben weggevlucht. Ik heb alleen maar aan mezelf gedacht.
En dan komt er dat andere stemmetje: nee je hebt niet alleen aan jezelf gedacht. Je hebt gedacht over de impact op andere mensen. Je hebt wel voor jezelf gekozen.

En laat nu net dàt de boodschap zijn die ik wil uitdragen. Dat mensen kiezen voor zichzelf. (En dat betekent voor iedereen iets anders. Moest ik arts zijn of verpleegkundige, ik zou heel andere keuzes maken nu.)
En dat je vanuit die oprechte keuze voor jezelf in verbinding kan gaan. Echt in verbinding.
En echte verbinding is op verschillend manieren mogelijk. Ik neem me voor om verhalen te delen, foto’s, wat lichte energie. Ik ga mediteren en compassie sturen. Dat is niet in de frontlinie in de materie, maar ik hoop dat het kan bijdragen aan een psychisch en energetisch draagvlak.

Mag ik ook in deze tijden, gewoon delen van mijn geluk?!

Donderdag 19.03.2020

I’m in quarantine, like a lot of people. Some because they’re showing “mild symptoms” and they need to take it easy. Others because they came into contact with someone. Me because I came into the country. Yeah, I’m quarantined here in Naxos. But being ‘locked-up’ with my sea view doesn’t really feel like a punishment.

But how did I get here?

I was working hard in Belgium when everything started to get out of hand. Suddenly it’s raining cancellations: training sessions are cancelled (to be honest, at first I was reacting: ‘Now, don’t exaggerate!’ – maybe I wasn’t the only one!), performances are postponed. On Friday I still teach in EA (School for Integrative Psychotherapy), on Saturday we’re not allowed to teach anymore… Right away we install an online platform and I teach in front of the camera while 18 students are projected on screen in front of me…
In the back of my mind there’s a concern: will I still be able to go home? I was supposed to leave for Naxos beginning of April and stay there quite a while. But will the still let me out and in?

Sunday: I meet my godchild for a photo shoot for his communion. We stay at a safe distance. No kisses (the children don’t mind ;-)). His dad, assumes Belgium will close down completely on Wednesday or Thursday… I get overloaded with information, statistics, … “It’s serious, Suzanne!”.
I have to act now!
A good friend, kicks my ass:
– “Why would you stay?”
– “I have clients on Wednesday. I can’t just cancel them!”
– “Yeah, but if you wait till after Wednesday, to take care of them, you may not be able to leave. And possibly by then they will cancel themselves and it turns out there was no need for you to stay…”
So after another phone call with my sister (because I wouldn’t be able to take care of our mother either) it’s decided in my head: I’m leaving as soon as I can. This is on Tuesday.
Sunday evening I re-book my flights. (Thank you Aegean Airlines for giving the opportunity to reschedule without extra costs).

Monday: I email my clients, tidy my house, bring stuff to the container park, take my car to Aarschot and say goodbye to my mom. Until late in the evening I am packing. What to take? I’m leaving for two and a half months. At least. And normally I have two groups before I come back. Do I have everything? …

Tuesday: A friend takes me to the airport. Tense. Yesterday Greece announced that everyone entering the country must be quarantined for 14 days. How’s that going to be? Can I fly to Naxos? I’ve booked a ridiculously expensive hotel for one night and a flight the next day. Maybe I will have to stay in that hotel for 14 days? I can’t afford that! What if…
The reaction of people around me are diverse. One totally understands, supports, thinks along or wants to send Reiki. The other points out the dangers. What if I get sick there? Health care is much better in Belgium. There is not even Intensive Care on the island!
I also feel different voices inside me. One full of confidence: ‘If something like this is going on, a human being just wants to go home and for you it’s Naxos!’. The other a bit scared: is this the right decision?

At the check-in desk I find a very dear hostess. She spontaneously gives me a ‘priority label’, so my suitcases will come first. Suddenly that opens possibilities. I enter a ‘creative thinking mode’. I call my taxi driver in Athens and tell him to wait for me, that I might not use his services, but that I will pay him anyway. I e-mail the hotel to check whether, given the circumstances, I can get an extension of the cancellation period. Normally I have to cancel before noon, otherwise I will lose my money. I ask if I can wait until 4pm.
Plan B (taking the boat) becomes plan A. Plan A (a flight tomorrow) becomes plan B – because today we are sure of today, not tomorrow.

During the flight nothing is reported. On arrival we have to fill in a form before we can get off. I’m rather quick to fill it out (and ‘coincidentally’ got a seat in row 6!) so I am among the first on the bus that takes us to the gate. With 20 people on it, it leaves already. I expect to have a fever check or an interview, but I can just keep going. When I arrive at the luggage belt, my suitcase already slides by. George is waiting for me. He checks while driving if everything’s okay with the ferry. I call the hotel to cancel my room. I get on the boat without any problems. Re-book my flight to just any date. I can cancel later.
I message several people that I succeeded, I find a seat far away from everyone (there are not that many people on the boat) and get installed for the next hours. We sail along Syros so it is almost one hour in the night when I get home. Tired but happy.

 

 

Wednesday: it is wonderful to wake up with a sea view. Blue sky. The wind blowing. You’d almost forget what’s going on in the world.

 

 

So yes, I’m lucky.
I hear stories which are very different.
Of people who don’t get home.
People who have to be quarantined because so many colleagues are infected.
People working overtime.
People who wanted to go to another country because their daughter is giving birth but they can’t leave.
People who work in care and are not allowed to stay at home.
People who feel lonely.
People who are completely in fear.
People who feel abandoned.
People who no longer get the care they normally need.
People who have to manage and take decisions with great impact, both humanly and economically.
People who are watching over their son, who is in bed with a fever. Is it the virus? There’s no more testing, so all you can do is wait and hope it doesn’t get worse.
People who had prepared their goodbyes with care and now can’t even get a proper funeral.
People who are suffering.
People dying.

And I’m sitting here. On my island. I’m so lucky.

So lucky I’m ashamed. Or even feel guilty. As if I could have done more if I’d stayed in Belgium. As if I’d run away from my responsibilities. I only took myself in consideration.
But then there’s that other voice: “That’s not true. You’ve thought about the impact on other people. Only you chose for yourself.
And let that be the message I want to declare. That people choose for themselves. And that means something different for everyone. (If I were a doctor or a nurse, I would make very different choices now).
And from that genuine choice for yourself, you can connect. Really connect.
And real connection is possible in different ways.
I think of sharing stories, pictures, some light energy. I’m going to meditate and send compassion. That’s not action in the front line, but I hope it can contribute to a psychological and energetic support.

Even in these times, can I just share my happiness?!

Thursday 19.03.20