Vanmorgen besluit ik naar de stad te gaan voor een koffietje. In Naxos doe ik dat bijna dagelijks. Natuurlijk is dat heerlijk op een terrasje, maar zelfs in de winter, als het te koud is buiten, trek ik met een boek of schriftje naar een koffiehuis. Maar hier in België doe ik dat quasi nooit. Geen tijd? Geen gewoonte? Een drempel om in mijn eentje te gaan? Of een beetje van alles?

Alleszins, vanmorgen vertrek ik. En na een paar boodschappen beland ik in Sweet B… Er is alleen een tafel voor vier vrij. Dus installeer ik me daar met mijn Happinez en bestel een koffie en een stukje limoencake.

Wanneer een man binnenkomt en tevergeefs zoekt naar een plekje, geef ik aan dat hij gerust bij mij aan tafel kan aanschuiven. (Voor de mensen die nu een romantische wending verwachten: nope!) Hij bedankt me vriendelijk, gaat terug naar de deur en laat zijn vrouw binnen! 😉
Ik schuif dus aan de kant en laat beide mensen plaats nemen. De man bedankt me nog eens: het is stevig aan het regenen, dus ze zijn wel blij dat ze nog een plaatsje konden bemachtigen. En of hij mij nog een koffie kan aanbieden?
– ‘Nee nee, dankjewel.’
– ‘Ben je zeker?’
– ‘Ja ja, dat hoeft echt niet!’
En ik verdiep me terug in mijn Happinez…

En dan komt dat stemmetje:
Voilà, je doet het weer. Mensen bieden je iets aan en jij ontvangt niet! Maandag heb je daar nog een halve therapie-sessie aan gewijd… Geven is zo vanzelfsprekend, maar ontvangen: ho maar! De kosmos biedt jou hier een kans en wat doe jij? ‘Nee nee, dankjewel.’ Weggesmeten geld, al die therapie!”

Terwijl ik nog verder lijk te lezen, ontstaat er een hele discussie in mijn hoofd. Maar de kosmos is vriendelijk, want op het moment dat de barista de mensen komt bedienen, geeft mevrouw me nog een kans: ‘En voor jou ook nog een koffie?’
– ‘Awel ja! Graag!’
En ik vertel iets over mijn innerlijke dialoog die eraan vooraf ging. En dan vertelt de man dat ze hier echt goeie ‘flat white’ maken, net als in Australië, waar ze dat leerden kennen. Dat ze hier vaak komen. En ik vertel dat het mijn eerste keer is. Dat ik in Griekenland wel vaker koffie ga drinken in mijn eentje, maar hier niet en… Je raadt het, het wordt een interessant gesprek over reizen, over tijd nemen én over koffie…

Een uur later gaan ze naar huis met een reisbestemming voor juni – ze zouden me mailen want ik kan hen op weg zetten – en een flyer – ze kent wel iemand die mijn workshop misschien zou willen volgen.
Ik ga later dan verwacht naar huis. Met een glimlach die maar niet verdwijnt. Met dankbaarheid voor de kosmos om me die ervaring te geven. En met inspiratie.

En wat hebben we geleerd vandaag? Écht ontvangen is nog meer geven!

3 februari 2018

Ik heb een nieuwsbrief gestuurd. Naar heel wat mensen. Bekend en minder bekend. En op regel 4 stond een fout. Ik bied met dt. Foei foei foei!

De nieuwsbrief is ’s nachts vertrokken en de volgende morgen zit er al een eerste mail in mijn inbox: “Aiai, vette tikfout vierde regel!”, er volgen er die dag nog een paar, alsook een paar smsen en telefoons. Een vriendin zegt: “Amaai, je reageert er rustig op. Ik zou daar een week niet van kunnen slapen.’. En ik denk: “ Ja.”.

Ja.

Weet je, ik heb ja gezegd toen het mailingprogramma me vroeg of ik zeker was. Ik heb ja gezegd tegen dat stemmetje in mijn hoofd dat toen zei dat ik het best zou loslaten (in plaats van morgen alles nog eens na te kijken). Ik heb ja gezegd aan mijn imperfectie.

En ik blijf ja zeggen. En het is fijn om te zien dat ik het zo ervaar. Het is geen bewuste keuze, dat gebeurt vanzelf.

Misschien heeft het wel te maken met het Pareto Principe dat ik wel eens toelicht in trainingen rond stress en burn-out. Dit eeuw-oude principe beweert dat een gering aantal oorzaken (beperkte input of moeite), verantwoordelijk is voor het merendeel van de resultaten (output of beloning). Dus 20% van je activiteit leidt tot 80% van je resultaten… en de resterende 20% van de resultaten kost je dan ook 80% van je inspanningen. Misschien kadert het wel in “practice what you preach”. Maar nee, natuurlijk heb ik die fout niet bewust gemaakt. En ja, ik ken echt wel de vervoegingen van het werkwoord bieden.

Ik weet ondertussen wel hoe het komt. En dat is ook best grappig, want ik was niet op een bewust niveau op zoek naar een verklaring. Maar ineens viel het me te binnen: ik had alles geschreven vanuit een vertelperspectief, maar dat voelde niet goed. Het voelde zo veraf. Ik wilde tonen dat het écht vanuit mij komt. Dus vond ik “ik bied…” beter kloppen dan “I Ousía biedt”. Maar die ombouw naar de eerste persoon had natuurlijk repercusies op vervoegingen. Mijn laatavondlijk oog liet me daar even in de steek.

En waarom schrijf ik dit er nu bij? Is het alsnog een verantwoording? Nee, zo voelt het eigenlijk niet. Maar de vele reacties hebben me wel aan het denken gezet. Misschien is het dan niet zo verwonderlijk dat die Perfectionistische stem zoveel van zich laat horen. Want als je een fout maakt, word je daar uitgebreid op gewezen door je omgeving. Niet met slechte bedoelingen hoor, dat beweer ik niet. Maar om je te helpen. Om je te helpen perfecter te zijn.

Het gevolg is echter dat ik me bijna schuldig voel dat ik me niet slecht voel. Dus reageer ik maar dat ik ondertussen met mijn beschaamde perfectionist in begeleiding ben.

Maar misschien is het hele gebeuren wel juist een reden om af te zakken naar Naxos. Om die stemmetjes eens te onderzoeken die zo streng kijken. Naar jezelf en naar anderen. Want of ik nu bied of biedt, zolang ik het maar vanuit mijn hart doe, zou ik zeggen.