En weerom zit ik met een icepack rond mijn voet. Het heeft dit jaar al dienst gedaan: na het suppen rond mijn elleboog (op voorschrift van de sportdokter), bij de spierscheur aan mijn kuit (op voorschrift van dokter Google) en nu verzacht het wat bij de stevige reactie op één of ander insect. Dat is het gevaar als je je in de natuur waagt he. Ze kunnen bijten.
Maar als dat de enige bijwerking is…
Ah nee, er is nog eentje: ik ben ontzettend moe vandaag. Want zaterdag amper een oog dicht gedaan door een invasie van muggen. En man, kunnen die een herrie veroorzaken! En wat doe je dan: geen airco, geen ventilator in de buurt (want dat is een oplossing die ik al beproefd heb!). Geen muskietennet, geen machientje om in het stopcontact te steken (waar je natuurlijk tegen bent: ‘Want je weet toch maar niet wat dat allemaal de lucht in stuurt en dat kan toch niet goed zijn!’ – maar wat je op zo’n moment toch zou gebruiken, denkende ‘ach ja, van wat krijg je geen kanker?!’), zelfs geen flesje met een citronellageurtje dat hen afschrikt… En ze zijn met velen, ik kan het je verzekeren, dus licht aan en erachter aan met een opgerold tijdschrift in de hand is ook geen optie.
Ik wikkel me helemaal in mijn ‘doek’ zodat ze me op zijn minst niet kunnen steken. Mijn doek is zo’n all purpose-doek: je kan erop liggen op het strand, je kan hem gebruiken als handdoek, dragen als sarong, maar dus ook inzetten als noodafweer tegen de muggen.
Ik probeer ook een tijdje mijn hoofd onder het doek te houden, maar dat geeft toch een iets te claustrofobisch gevoel én het wordt dan zo warm. En uiteindelijk is het geen geluidsdicht doek, dus het zoemen, dat volgens mij toch behoorlijk wat decibels kan teweegbrengen, wordt niet echt gedempt.
Dus dan blijven ze te lang rond je oor hangen en ben je het stikkebeu en wuif je toch met je hand. Of nee, eigenlijk sla je, in de hoop een einde aan hun leven te maken – alle dierenliefde ten spijt (“Ik zal wel doneren aan Gaia, maar laat me alsjeblief dit beest wél slachten!”). Tegelijkertijd weet je dat de kans minimaal is. En toch, telkens als je dan even niets hoort – en je oren zijn hypergespitst – is er toch die overmoedige gedachte ‘ah, het is gelukt!’ En dan zakt je ademhaling wat en je hartslag en is er je eerste schuddinkje , wat aangeeft dat je aan het ontspannen bent en dus snel echt de slaap zal hebben gevat. En net op dat moment, net die miliseconde voor je ‘weg’ bent en dus geen last meer zal hebben van hun gefladder en gebabbel, net dan, zijn ze er terug. Geen miliseconde later. Nee, alsof ze in de hoek van de kamer zitten te wachten en het moment zien aankomen. Misschien is dat wel een spelletje onder de muggenpopulatie – om ter niptst de mens uit haar slaap houden. En dan is het alsof ze met een F16 komen aanvliegen en langs je oor scheren. En dan volgt er toch een zucht, of een onderdrukte vloek en draai je je nog maar eens op die andere zijde. Alsof het daar beter zal zijn.
Ik heb dus niet geslapen. Allez, wellicht wel, met kleine stukjes. Maar de nacht duurt lang. En het wordt maar niet licht. En wanneer het licht wordt, gaan de muggen slapen. Maar sta ik op… Want de dag lonkt!?!
De siësta zou deugd doen, maar een ‘Zullen we anders nog even langs To Basilico rijden voor een lunchke?’ wordt gevolgd door ‘Ah, maar als we daar parkeren, dan kunnen we langs de rivier er naartoe wandelen!’ en een ‘Maar zie eens wat een mooie toren hier staat.’. En dus smaakt de lunch, want het was een stevige wandeling. En op de terugweg horen we muziek en zijn we benieuwd. Het lijkt wel live… Eerst stappen we toch gewoon door naar de auto, maar wanneer we het in het volgende dorp nog luider horen, zetten we hem toch even langs de kant en gaan op verkenning. We ontdekken een privéfeest bij Pigi, naast het bronnetje.
En dan hebben we al twee bronnen gezien, maar drie is toch een leuker getal. Dus gaan we ook in het volgende dorpje op zoek naar de bron…
Kortom het wordt een middag waar we de inval van het moment volgen maar daardoor natuurlijk de siësta missen. Ik ben net op tijd thuis om te douchen en naar mijn volgende etentje te rijden…
Zo’n druk leven hier 😉
Vanmorgen word ik wakker en denk ‘dat het nu toch wel echt 8 uur moet zijn’. Het is al tien gepasseerd… Ik overtuig mezelf om aan de slag te gaan: morgen arriveert er een vriendin, dus ik moet nodig de studio opruimen en poetsen, daar én hier.
Dat wordt dus mijn dag, poetsen afgewisseld met siësta’s – ik neem er vandaag drie.
Een dagje bekomen van een superfijn weekend dus, maar vooral van de muggen. En dat met een voet die op springen staat wegens de liefde van een ander beestje.