Je hoort er veel van. En je kan erin geloven, of niet. Ermee werken, of niet. Maar vandaag manifesteerde ik zonder het echt te beseffen.

Het was zo’n dag. Je kent dat wel: geen afspraken op de agenda, maar een hele to-do list op de tafel, naast de computer. Maar ik geraak maar niet op gang. Uiteindelijk ga ik even naar zee, want het is een fijne nazomerdag. Ik maak een toertje met mijn board en mediteer op het strand. Ik kom terug naar huis, maak een slaatje en denk: nu moet het gebeuren. Maar het zit er niet in. Ik knoei wat aan de planning voor volgend jaar, maar heb geen inspiratie noch overzicht.

Ik denk: ‘ga een wandeling maken, Suzanne, maak je hoofd leeg. Dan komt het wel’. En jawel, wanneer ik een half uurtje later over het strand loop in Kastraki ontstaan de ideeën. Weet ik opeens weer hoe ik het moet vormgeven. Zie ik combinaties…
Ik upgrade de wandeling meteen tot ‘werk’. Dat heb ik blijkbaar nodig voor mijn ‘harde werker’, want het is tenslotte maandag en dan moet je werken. Dat ik ook zaterdag en zondag wat heb gewerkt, dat is die natuurlijk al vergeten.
Het is werk, want ik ben materiaal aan het verzamelen voor mijn cliënten van volgend jaar. Schelpjes en steentjes. En ook hartsteentjes voor een spontaan-ontstaan-projectje met Karen van Solsties.

Ik wandel helemaal tot het einde van het strand in Glyfada. Best een eind, denk ik. Maar ik weet niet hoe ver het is en eigenlijk ook niet hoe lang of hoeveel stappen. Want wanneer ik in Kastraki arriveerde, ontdekte ik dat mijn Iphone nog thuis aan het opladen is. Dat is een streep door de rekening. Geen foto’s dus… Geen stappenteller… Geen klok… Even voel ik me naakt. Verbaas me erover. Moet terugdenken aan de tijd toen iedereen in mijn omgeving een smartphone had en ik bewust nog een oude gsm… ‘Dat is toch voor niks nodig’, hoor ik me nog beweren. Zie me nu bezig. Ik kan niet meer zonder. Het is mijn wekker, mijn meditatiehulp, mijn fototoestel, mijn gezondheidsmeter, mijn contact met de buitenwereld, mijn veiligheid (als ik ga suppen), mijn gps,…. Allez, je snapt wel wat ik bedoel wellicht. En dus dan ben ik op pad zonder iIphone. Eerst denk ik nog ‘Oeps, dat is spijtig, dit zou ik normaal gefotografeerd hebben’, wanneer ik bijzondere zandformaties zie, of wanneer de wolken speciale lichtstralen doorlaten… Maar dan laat ik het los. Het is wat het is.
En ik geniet. Ik geniet van mijn werk. Het wandelen, de schelpjes, de gedachten in mijn hoofd. De nieuwe workshop krijgt vorm. De eerste vragen voor de ‘follow-up’ van Divine Discovery zitten klaar, ze wachten tot ze uit mijn vingers op het klavier kunnen stromen…

Maar dus ik wandel. Twee kilometer, ik heb het ondertussen opgezocht. En dus twee kilometer terug. Het is op die terugweg dat ik denk:
Oh, ik heb nog geen Naxian Eye gevonden. Dit jaar zijn er niet veel. Vandaag zou ik toch graag eentje vinden!’ (Een Naxian eye is een heel speciaal schelpje – zie foto onder.)
Meteen komt mijn ander stukje – ik weet niet goed hoe ik die moet noemen: Eentje gevormd uit bescheiden Vlaamsche klei, zou ik zeggen. Zijn motto: ‘Zijt content met wat ge hebt!’.
Ge moest u schamen! Zoveel schone schelpen dat ge hebt gevonden! Zelfs van die speciale die de Walter u toonde en die blauw zijn vanbinnen…’ Ik voel het meteen, het doet bijna pijn. Maar gelukkig is mijn kindje alert:
Het is toch niet omdat ik schone schelpen en steentjes heb gevonden dat ik niet mag verlangen naar Naxian eyes! Ik ben heel blij met die schelpjes, maar ik wil OOK Naxian eyes!’ Gelukkig was er niemand op het strand, want ik liep hardop te lachen. Ik zei zelfs hardop: ‘Je hebt gelijk! Je mag OOK Naxian Eyes!’.

Ik liep nog wat binnenmonds te lachen toen ze daar lagen: de oogjes. De schelpjes… Alsof ze net op het strand waren gegooid. (Eigenlijk geloof ik dat ook echt, dat ze er net op waren gegooid, want ik had niks gezien bij het heen gaan!!!) Moest er op ‘glunderen’ een meter staan, dan glunderde ik 1000!

‘Dat is dus manifesteren!’ dacht ik. ‘Dankjewel!!!’ En ze bleven maar komen. Bij elk schelpje keek ik naar boven, raakte ik mijn hart aan en dankte de kosmos. Acht oogjes mochten mee naar huis. Ik kan je verzekeren dat het me een bijzonder gevoel geeft.

Ja, soms voel ik me alleen hier. Soms verfoei ik de pandemie die reizen niet evident maakt en ben ik boos op al die (begrijpelijke) redenen die maken dat mensen annuleren. Maar aan de andere kant lopen tranen van geluk over mijn wangen.

Manifesteren leidt tot dankbaarheid. Dankbaarheid leidt tot manifesteren.

 

Maandag 11 oktober 2021

En weer is het van dat: ik neem eindelijk nog eens een boek mee om wat te lezen en na, deze keer maar 7 pagina’s, heb ik zelf alweer zin om in de pen te kruipen (cfr blog van 4 juli). Gelukkig heb ik mijn schriftje mee.

Zo gaat dat met een goed boek: het inspireert.
Het is niet zomaar een boek. Ik kreeg het cadeau van het paar dat op couple’s retreat kwam. De man had het mee om te lezen en het had hem ook geïnspireerd. Tijdens onze eerste sessie citeerde hij reeds:

‘Aimer, ce n’est pas se regarder l’un l’autre,
c’est regarder ensemble dans la même direction.’

van Antoine de Saint-Exupéry.

En dat hij het hier niet helemaal mee eens was. Dat dat misschien zelfs de valkuil was in een langdurige relatie. Dat je misschien wel teveel in dezelfde richting keek (om het bedrijf dat ‘gezin’ heet, draaiende te houden) en te weinig naar elkaar. Misschien moeten mensen die lang samen zijn, juist terug leren om naar elkaar te kijken. En dat is precies waarom ze hier zijn: terug die connectie vinden. Twee harten, twee zielen die elkaar tegen komen en ervoor kiezen om samen op weg te gaan. De weg wordt alsmaar duidelijker en breder. Het ‘samen’ dreig je onderweg te verliezen.
Aan het einde van de week krijg ik het boek cadeau (inclusief zand – heerlijk!) met een mooie boodschap erin geschreven. ‘Je hebt ons een nieuwe weg getoond…’ zie ik er onder meer in staan. Kan het toepasselijker?
En dus neem ik het boek mee, wanneer ik naar een terrasje fiets waar de cederbomen wat bescherming bieden voor de hittegolf die me airconditioning leert appreciëren.

Nog in dezelfde eerste ode staat nog een citaat, van Rodaan Al Galidi deze keer. Nederlandse poëzie.

Morgen
Ga ik naar de vrouw van wie ik hou
En geef ik haar haar vleugels terug.

Zo mooi.
En zo herkenbaar: je vleugels verliezen in een relatie, misschien zelfs niet zozeer omdat de ander ze kortwiekt of afneemt. Maar soms ben je zo verblind door het pad van de ander dat je zonder dat je het zelf weet, meer aan het stappen bent dan aan het vliegen. En ook daar is op zich niets mis mee. Alleen, misschien ben je gewoonweg een vrouw die voorbestemd is om te vliegen. En als je dan trouw wil blijven aan jezelf, dien je zelfs niet te wachten tot de ander je je vleugels teruggeeft, maar mag je zelf stoppen om ze op te rapen.
Hoe pijnlijk het ook is om het gezellige pad dat je met twee bewandelde te verlaten, eens je weer de vrijheid van je vleugels voelt, eens je weer zweeft en vliegt, duikt en stijgt, besef je dat dit je ware aard is.

Alle goeie dingen komen per drie, dus laat me er nog eentje tegenaan gooien.

‘Liefde is het begin en het einde van alles.’

Ik hoorde het gisteren in zo’n romantische feel-good-movie, die je wel eens kijkt in ‘zo’n periode’. Het raakte me.
Ja, liefde is het begin van alles en misschien is het einde ook verbonden met liefde – zelfliefde. Een liefde die wat stiefmoederlijk wordt behandeld. Een liefde waar we niet standaard in worden opgevoed, waarin we vaak niet worden gestimuleerd maar eerder afgeremd, ter voorkoming van ongebreideld egoïsme. Maar ook dat is liefde. Belangrijke liefde.

Liefde, een woord dat veel gebruikt wordt, een woord dat heel veel lagen heeft.
Liefde waarin we naar elkaar kijken en naar onszelf en samen vooruit.
Liefde waarin we een pad gaan, maar ook hoog vliegen.
Liefde die pijn doet en liefde die heelt.

Liefde.

Ik wens het je toe. De liefde die juist is.

Oei, als ik het boek van Dirk De Wachter lees, begin ik me al snel schuldig te voelen over mijn geluk (ik moet toegeven dat ik al na 25 pagina’s in mijn pen kroop, dus misschien zijn sommige reacties wat voorbarig, maar ik kon me niet houden). Niet dat ik me altijd gelukkig voel. Integendeel. Ik heb net twee dagen achter de rug waarin de tranen weer eens stevig vloeiden. Zuidwind, zou mijn vriend zeggen. Ingewikkelde relaties en oningevulde verwachtingen, is mijn eigen diagnose.
Dus besluit ik weer maar eens ‘mezelf te herpakken’. Ik ben tenslotte zelf verantwoordelijk voor mijn geluk, vindt een wijs stukje van mij. Dat is trouwens de reden dat ik hier op een terrasje zit. Ik volg Deepak Chopra’s advies (stap 5: release the emotion through physical movement (vertaal: spring op je fiets) en stap 7:do something nice for yourself (vrij vertaald als drink een Freddo Cappucino en eet een ijsje)).

 

Bij het buiten gaan grits ik het dunste boekje van de stapel en blijkt het toch wel ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ te zijn.

 

En daar ben ik dus niet zo goed in, denk ik. Ik heb na een ongelukkige jeugd en jarenlange therapie en persoonlijke ontwikkeling, een staat van zijn bereikt, die ik als gelukkig zou bestempelen. Soms stel ik het zo: vroeger was ik ongelukkig met gelukkige momenten, nu ben ik gelukkig met ongelukkige momenten. Dus ik voel mezelf beter in de kunst van het gelukkig zijn. Er zijn een paar dingen de me daarbij helpen. Drie principes, zeg maar.

 

Alles is een kwestie van kijk – waar focus je op?

Dan denk ik meteen aan een recente ervaring, tijdens mijn verblijf in België… Ik kwam na twaalven thuis en deed drie rondjes in de buurt om een parkeerplekje te vinden. Uiteindelijk parkeerde ik om de hoek, net voorbij een stelling. Die stelling had moeten een lichtje doen branden, maar mijn licht was al uit…
Toen ik de volgende morgen met twee zware tassen op de schouders en een koffiemok in de hand de hoek om kwam, vond ik een lege parkeerplek en een fluitende werkman op de stelling. Weggesleept dus…
Een voorbijganger merkte smalend op: ‘Ja, als er een bord staat, mag je niet parkeren, he madam!’. Ik pleitte meteen schuldig. ‘Ik heb het niet gezien, het is helemaal mijn eigen schuld.’ Een buurman wist me te zeggen dat ze de auto’s vaak naar plek X takelen… Hij had het ook eens meegemaakt. Ik vroeg toelichting naar die plek en zei dat ik dan op mijn fiets zou springen om hem te gaan zoeken, want dat ik moest gaan werken. Daarop reageerde de man met ‘wacht twee minuten’ en hij haastte zich, grabbelde zijn lunch bij elkaar, deed zijn schoenen aan en geen tien minuten later had hij mij afgezet bij mijn auto. Ik kwam op tijd aan op het werk.
Een hele dag liep ik op wolkjes – zo’n geluk dat ik toch had!

 

 

Als er iets is dat me erg ongelukkig maakt, probeer ik het te veranderen.

Natuurlijk is dat afhankelijk van waar het om gaat. Maar je zou ervan versteld staan hoeveel je zelf in de hand hebt. Het gaat niet altijd van de ene dag op de andere. Geduld is daarbij dan ook helpend.
Ik merkte bijvoorbeeld dat de overvolle agenda die ik mezelf had ‘aan gedaan’, toen ik in België was, me uitputte en eigenlijk echt geen voldoening gaf. Dus ondernam ik meteen iets om de volgende België-stop iets draaglijker te maken en beloofde mezelf om mijn keuzes rond werk en engagementen opnieuw in vraag te stellen. En dat is zeker niet voor morgen, maar ik denk dat ik op vijf jaar tijd, wel één en ander op een rijtje krijg!

Alles is relatief

Het is niet omdat ik (en met uitbreiding iedereen) foto’s post van de zon, dat die altijd schijnt. Voor elke foto van een pittoresk plekje hier, kan ik ook een foto posten van een vervallen plek, achtergelaten vuilnis of slecht verzorgde dieren… Maar wie heeft daar een boodschap aan?
Ik heb er al over gedacht hoor, om een schaduwprofiel te maken en mezelf uit te dagen om elke dag, naast het mooie / positieve plaatje, ook een ander te posten. Misschien is dat zelfs nog een grotere uitdaging: omdat goed in beeld te brengen. Ik schreef haast ‘mooi in beeld te brengen’, maar van dat mooi moet ik dus vanaf ;-).
Soms voel ik me ook een beetje schuldig dat ik alleen maar mooie beelden laat zien. Maar ik ga ervan uit dat mensen wel beseffen dat dit ook maar een deel van de werkelijkheid is (maar weldegelijk een deel van de werkelijkheid!). Net zoals je in een film ook maar een deel van het leven te zien krijgt. Je ziet mensen vertrekken en aankomen, maar niet het lange saaie onderweg. Of je ziet mensen kussen en meteen daarna bekomen van een stomende vrijpartij, maar je ziet niet het naar boven gaan en ontdekken dat je kamer toch wel meer overhoop ligt dan je had gedacht / ongemakkelijke kleren uit doen / het ‘ik moet nog even naar het toilet’ of ‘auw, je ligt op mijn haar’… En we weten allemaal dat dat er wellicht ook tussen zit. Dus denk daar maar eens aan als je van de wijs wordt gebracht door de positieve verhalen die je op sociale media tegenkomt.

 

 

Dus ja, ik ben gelukkig. En dat maakt dat ik ongeluk over het algemeen makkelijker kan dragen, wellicht. Hierbij grijp ik graag nog even terug naar den Dirk… Want achteraan in het boekje (ja, ik ben ook zo iemand die toch alvast naar het einde door bladert, ook al zit ze nog maar aan pagina 20;-)) staat in hele grote letters: ‘Het is de ethische plicht van de gelukkige mens, die uit een warm nest komt en graag wordt gezien en het goed heeft, om de lastigheid van de wereld te zien en er iets mee te doen.’

Awel, ik probeer wat gelukkigheid de wereld in te sturen. Onder meer door mijn foto’s. En soms ook door een verhaaltje of een blogske zoals dit. Ik hoop dat het misschien een millimeter mag bijdragen tot jouw geluk! En dat ik me dus niet schuldig ga voelen, maar wil delen!