Ik zit in quarantaine, zoals behoorlijk wat mensen. Sommigen omdat ze ‘lichte symptomen’ vertonen en ze moeten het zekere voor het onzekere nemen. Anderen omdat ze in contact kwamen met iemand. Ik omdat ik het land binnenkwam. Jawel, ik zit hier in Naxos in quarantaine. En ‘opgesloten’ zitten met mijn zicht op zee voelt niet echt als een opdracht.
Maar hoe kom ik hier terecht?
Ik was in België volop aan het werken toen alles begon uit de hand te lopen. Ineens regent het annuleringen: trainingen worden afgelast (Eerlijk gezegd heb ik eerst nog iets van: ‘overdrijf nu niet’ – wellicht was ik niet de enige!), voorstellingen gaan niet door. Vrijdag hebben we nog cliëntbegeleiding op EA, zaterdag mogen we niet meer lesgeven… Halsoverkop installeren we dan een onlineplatform en geef ik les voor de camera terwijl 18 studentjes voor me op het scherm geprojecteerd staan…
In mijn achterhoofd zit er ongerustheid: zal ik nog wel terug naar huis kunnen? Ik zou voor de eerste keer écht voor lange tijd naar Naxos gaan. Vanaf de paasvakantie. Maar zou ik nog kunnen vertrekken?
Zondag: Ik heb afgesproken met mijn petekindje voor een fotoshoot voor zijn communie. We blijven op veilige afstand. Geen kussen (de kinderen vinden dat niet zo erg ;-)). Zijn papa, gaat ervan uit dat woensdag of donderdag België helemaal dicht zal gaan… Ik word overladen met informatie, statistieken, … “Het is ernstig, Suzanne!”
Ik moet nu handelen!
Een goeie vriendin, geeft me een spreekwoordelijke sjot onder mijn gat.
– “Waarom zou je nog blijven?”
– “Ik heb woensdag cliënten. Die kan ik toch niet zomaar annuleren!”
– “Ja maar, als je wacht tot na woensdag om dat goed te kunnen afronden, kan het zijn dat je niet meer kan vertrekken. En voor hetzelfde geld bellen de mensen zelf tegen woensdag af en dan ben je gebleven voor niets… “
Dus na nog een telefoontje met mijn zus (want ik zou dus ook geen zorg kunnen opnemen voor ons mama) is het in mijn hoofd beslist: ik vertrek zo vlug ik kan. Dinsdag dus.
Die avond herboek ik mijn vluchten. (Leve Aegean Airlines bij wie ik alles kon herboeken zonder kosten.)
Maandag: Ik mail mijn cliënten, breng mijn huis op orde, rij nog even naar het containerpark, breng mijn auto naar Aarschot en neem daar afscheid van mijn mama. Tot laat in de avond ben ik bezig met het pakken van mijn koffer. Wat wel en wat niet meenemen? Ik vertrek voor twee en een halve maand. Minstens. En normaal heb ik twee groepen voor ik terugkom. Heb ik alles? …
Dinsdag: Een vriendin brengt me naar Zaventem. Spannend. Gisteren zou Griekenland hebben beslist dat iedereen die het land binnen komt 14 dagen in quarantaine moet. Hoe gaat dat zijn? Mag ik doorvliegen naar Naxos? Ik heb een belachelijk duur hotel geboekt voor één nacht en de volgende dag een vlucht. Misschien moet ik dan 14 dagen in dat hotel blijven? Dat kan ik me niet veroorloven! Wat als?…
De reactie van mensen om me heen is heel verschillend. De ene begrijpt het helemaal, steunt, denkt mee of wil Reiki sturen. De ander wijst op de gevaren. Wat als ik daar ziek word? De gezondheidszorg is in België veel beter. Op het eiland is zelfs geen Intensive Care!
Ik voel ook binnen in mij verschillende stemmetjes. De ene vol vertrouwen: ‘Als er zoiets aan de hand is, wil een mens gewoon naar huis en voor jou is dat Naxos!’. De andere een beetje bang: is dit wel de juiste beslissing?
Aan de incheckbalie tref ik een superlieve dame. Ze geeft me spontaan een ‘priority-label’, dan komen mijn koffers als eerste op de band. Dat opent ineens mogelijkheden. Ik kom in een ‘creatieve denk-modus’ terecht. Ik bel mijn vertrouwde taxichauffeur in Athene en zeg hem dat hij op me moet wachten, dat ik mogelijks geen gebruik ga maken van zijn diensten, maar dat ik hem dan alsnog zal betalen. Ik mail naar het hotel met de vraag of ik, gezien de omstandigheden, een verlenging kan krijgen van de annulatietermijn. Normaal moet ik voor 12u annuleren, anders ben ik mijn geld kwijt. Ik vraag of ik mag wachten tot 16u.
Plan B (de boot nemen) wordt plan A. Plan A (een vlucht morgen) wordt plan B – want vandaag ben je zeker van vandaag, niet van morgen.
Tijdens de vlucht wordt er niets gemeld. Bij aankomst moeten we een formulier invullen voor we uitstappen. Ik ben nogal snel met invullen (en had ‘toevallig’ een zitje op rij 6 toebedeeld gekregen!) en zit bij de eersten op de bus die ons naar de gate brengt. Als er 20 mensen op zitten, vertrekt die reeds. Ik verwacht me aan een check van koorts of een interview, maar kan gewoon doorlopen. Als ik aan de baggageband arriveer, schuift mijn koffer reeds voorbij. George wacht op me. In de auto checkt hij of alles in orde is met de ferry. Ik bel naar het hotel om mijn kamer te annuleren. Ik raak zonder problemen op de boot. Herboek mijn vlucht van morgen nogmaals naar zomaar een datum. Kan ik dat later nog bekijken.
Ik stuur berichtjes naar heel wat mensen dat het me gelukt is, zoek me een zitje ver van iedereen (er is niet zoveel volk op de boot) en in stalleer me voor de volgende uren. We varen langs Syros dus het is bijna één uur als ik thuiskom. Doodmoe maar gelukkig.
Woensdag: het is zalig wakker worden met zicht op zee. Blauwe lucht. De wind die waait. Je zou haast vergeten wat er aan de hand is in de wereld.
Dus ja, ik heb geluk. Ik hoor heel andere verhalen.
Van mensen die niet thuis raken.
Mensen die in quarantaine moeten omdat zoveel collega’s besmet zijn.
Mensen die overuren draaien.
Mensen die nog naar een ander land wilden omdat hun dochter gaat bevallen en er niet raken.
Mensen die in de zorg werken en niet mogen thuisblijven.
Mensen die zich eenzaam voelen.
Mensen die helemaal in angst zitten.
Mensen die zich in de steek gelaten voelen.
Mensen die niet meer de zorg krijgen die ze normaal nodig hebben.
Mensen die leidinggeven en beslissingen moeten nemen met grote impact zowel menselijk als economisch.
Mensen die waken bij hun zoontje, dat met koorts in bed ligt. Is het het virus? Er wordt niet meer getest, dus je kan alleen maar wachten en hopen dat het niet erger wordt.
Mensen die met zorg hun afscheid hadden voorbereid en nu zelfs geen mooie begrafenis kunnen krijgen.
Mensen die lijden.
Mensen die sterven.
En ik zit hier. Op mijn eiland. Ik heb zoveel geluk.
Zoveel geluk dat ik me schaam. Of zelfs schuldig voel. Alsof ik meer had kunnen doen als ik in België was gebleven. Alsof ik van mijn verantwoordelijkheden ben weggevlucht. Ik heb alleen maar aan mezelf gedacht.
En dan komt er dat andere stemmetje: nee je hebt niet alleen aan jezelf gedacht. Je hebt gedacht over de impact op andere mensen. Je hebt wel voor jezelf gekozen.
En laat nu net dàt de boodschap zijn die ik wil uitdragen. Dat mensen kiezen voor zichzelf. (En dat betekent voor iedereen iets anders. Moest ik arts zijn of verpleegkundige, ik zou heel andere keuzes maken nu.)
En dat je vanuit die oprechte keuze voor jezelf in verbinding kan gaan. Echt in verbinding.
En echte verbinding is op verschillend manieren mogelijk. Ik neem me voor om verhalen te delen, foto’s, wat lichte energie. Ik ga mediteren en compassie sturen. Dat is niet in de frontlinie in de materie, maar ik hoop dat het kan bijdragen aan een psychisch en energetisch draagvlak.
Mag ik ook in deze tijden, gewoon delen van mijn geluk?!
Donderdag 19.03.2020