‘Het is mislukt. Gewoon helemaal mislukt vandaag.’ Dat is de mening van mijn perfectionist.

Ik was nochtans enthousiast over de sessie die ik had uitgewerkt.
Thema samenwerken. Uitdagingen voor de koppels…
Eéntje daarvan gekoppeld aan een onderwerp dat eerder deze week aan bod is gekomen. Enthousiast ook omdat ik deze opdracht wat meer mannelijk vond van energie. Niet alleen het ‘pareltjes en kleurtjes-geknutsel’. Nee, ze krijgen de uitdaging om met een loep de zon te vangen en zo in hout te branden. Zelf ben ik er nu al meer dan een maand mee bezig en ik vind het super. Ik denk alles goed te hebben voorbereid: ik probeer het zelf uit op het kistje dat ik voor hen voorzien heb (om zeker te zijn dat het ook met dat soort hout gaat!). Gistermiddag schrijf ik er zo mijn naam op en zelfs vandaag, terwijl ik wacht brand ik nog een hartje en wat versiering. En het lukt perfect. Ik probeer het ook met de nieuwe loepen die ik speciaal heb gekocht. Om zeker te zijn, want ik doe het zelf altijd met een klein oud loepje (dat wel al onder de krassen zit, maar nog goed haar ding doet). En je weet nooit dat die nieuwe anders reageren. Je hoort iedereen dat toch beweren: dat de dingen niet meer zijn wat ze zijn geweest! 😉
Maar dus het werkt allemaal. Dus ik geef vol vertrouwen de verschillende opdrachten en geniet van de onzekerheid die ontstaat over deze minder gekende werkvorm.

Het is mijn voornemen om de deelnemers niet te helpen bij het zoeken naar oplossingen – daar ligt net de uitdaging. Dat moeten zij met hun tweeën doen! Maar dan zie ik ze draaien en keren met de loep. Dichterbij, verderaf. Recht op, schuin… En er gebeurt niets. Ik wil helpen. Mag niet van mezelf. Het beste wat ik kan doen is meedoen, bedenk ik. Ik neem dus mijn eigen kistje en mijn loep en begin eraan. Maar er gebeurt niets. Geen vlammetje, geen verkleuring. Ik hou de loep op de juiste afstand, in de juiste hoek. Ondertussen ben ik toch al een beetje een getrainde ‘brander’, denk ik. Maar niets.

Een stukje van mij wil gewoon snel stoppen en doen alsof haar neus bloedt. ‘Ze moeten niet weten dat het bij mij ook niet lukt – dat het misschien gewoon niet gaat.’ Maar daarvoor ben ik te eerlijk. Dus ik zeg het. En ik ontsla hen als het ware van de derde uitdaging. Maar ik kan niet zeggen waarom. Volgens mij ligt het niet aan het tijdstip. Ik heb al eerder rond dit tijdstip van de dag gewerkt… Ligt het aan de wind? Ligt het aan de ‘mist’ die ik voor Paros zie hangen? Ik weet het niet. Ik neem me voor het uit te zoeken of na te vragen.

We keren terug naar de ruimte, delen ervaringen en sluiten af. Mensen benoemen dat het een leuke sessie was. Mooi ook hoe ze zelf patronen zien en die kunnen linken aan de stramienen van hun dagelijks leven. Super toch?!

Maar dan zijn de mensen weg en ruim ik de scherven op van de tas die door de wind tegen de grond is gegaan. Probeer ik de kaarten die in de koffie hebben gelegen alsnog te redden. Dan wil ik al een en andere klaar zetten voor morgenvroeg. Maar voor ik dat kan doen overvalt me het donkere gevoel. ‘Het is mislukt!’

‘Maar nee, dat is niet mislukt, het is gewoon anders gelopen dan voorzien.’
‘Het is mislukt!’
‘En ze hebben zelf nog aangebracht dat ze morgenvroeg het opnieuw gaan proberen! ‘
‘Het is mislukt!’
‘Ja, als je iets doet waarbij je afhankelijk bent van de natuurelementen heb je niet alles in de hand he. Maar ook dat is toch iets waar mensen iets van kunnen leren!’
‘En toch is het mislukt!’
‘Awel ja en wat dan nog!’

Ik probeer vol compassie naar mijn eigen niet-compassievolheid te kijken.
Maar als ik eerlijk ben is het mislukt 😉