Ik kan toch niets schrijven als ik niets te vertellen heb? Op het eerste gezicht lijkt daar niets tegenin te brengen. Tenzij ik mezelf de vraag stel “Wie in mij vindt dat ik niets te vertellen heb?”. Want we gaan er zo maar even vanuit dat er een objectief vast te stellen ‘iets te vertellen’ bestaat. Niet dus. Net als de rest van het leven is dat iets relatiefs.

Ik herken het echter wel. Maar al te vaak kriebelt mijn pen en komt het er niet van of verdwijnen flarden tekst in een spreekwoordelijke schuif. Zijn deze gedachten wel interessant genoeg om te delen met de wereld?

Mijn interne uitgever kijkt met kritische ogen. Wikt en weegt. Wat kan er allemaal mislopen? Wie kan zich hierdoor aangesproken of miskend voelen? Wie kan hierop een negatieve commentaar geven? Of erger nog: ze zeggen niets, maar je leest de afkeuring in hun ogen. Dus je kan beter het zekere voor het onzekere nemen en maar niets schrijven. Toch?

Herken je hem? Heb jij ook zo’n argwanende regisseur, recensent of directeur in jouw innerlijk team?
Niet opvallen! Pas op, wat gaan de mensen wel niet zeggen… Doe maar gewoon! Kreeg jij dat ook mee van je ouders? Het zijn immers zinnetjes die ouders maar al te vaak uitspreken naar hun kinderen, waarschuwingen die vaak gebaseerd zijn op eigen angsten.

En dan moet ik spontaan denken aan die tekst die Nelson Mandela gebruikte in zijn inauguratierede in 1994. Origineel zou het komen van Marianne Williamson, uit haar boek ‘Return to love’. (Volgens mijn kritische uitgever een al te veel geciteerde tekst – kan het niet origineler? ;-))

“Onze diepe angst is niet dat we onmachtig zouden zijn.
Onze diepste angst betreft juist onze niet te meten kracht.
Niet de duisternis, maar het licht in ons is wat we het meeste vrezen.
We vragen onszelf af: ” Wie ben ik wel om mezelf briljant, schitterend, begaafd of geweldig te achten ?”
Maar, waarom zou je dat niet zijn ? Je bent een kind van God !
Je dient de wereld niet door jezelf klein te houden.
Er wordt geen licht verspreid, als de mensen om je heen hun zekerheid ontlenen aan jouw kleinheid.
We zijn bestemd om te stralen, zoals kinderen dat doen.
We zijn geboren om de glorie Gods die in ons is, te openbaren.
Die glorie is niet slechts in enkelen, maar in ieder mens aanwezig.
En als we ons LICHT laten schijnen, schept dat voor de ander de mogelijkheid hetzelfde te doen.
Als we van onze diepste angst bevrijd zijn, zal alleen al onze nabijheid anderen bevrijden.”

Ik ga hem ook aanwerven voor mijn innerlijk team: ‘de Nelson’. Dan kan die wat tegengewicht bieden aan die kritische uitgever. En ik ga ook de magische vraag wat sterker in mijn hoofd planten: ‘Wie in jou zegt..?’
Gewoon, voor ’t geval ik wél iets te vertellen heb.

Suzanne